199902470/1 West Maas en Waal

Onderwerp: Categorie-indeling, kampeerboerderij, categorie I, stankhinder

Inleiding:
Volgens bijlage 6 van de Brochure 1985 worden onder omgevingscategorie I onder c beschermd: objecten voor verblijfsrecreatie (bungalowpark, camping, etc). In de voetnoot bij 'camping' is vermeld dat de verblijfsrecreatie op kampeerboerderijen is uitgezonderd. In artikel 22, sub c, van de toenmalige Kampeerwet is de definitie van 'kampeerboerderij' gegeven: het gelegenheid geven tot het houden van recreatief nachtverblijf in gebouwen deel uitmakend van een agrarsich bedrijf, alsmede in als kamphuis of blokhut aan te merken bouwwerken voor een al dan niet aangeengesloten periode van 100 dagen.

Verweerders zijn van mening dat de aan de orde zijnde vakantieboerderij een object voor verblijfsrecreatie als bedoeld in categorie I is. De vakantieboerderij is volgens verweerders het hele jaar geopend en er vinden op het bedrijf sinds jaren geen agrarische activiteiten meer plaats. Gelet hierop zijn ze van oordeel dat de vakantieboerderij niet voldoet aan de definitie van artikel 22, sub c, van de toenamige Kampeerwet en derhalve als een categorie I-object kan worden aangemerkt.

Afdeling:
De Afdeling overweegt dat de agrarische functie van de inrichting in de jaren 1985 - 1987 is komen te vervallen. Voorts is komen vast te staan dat het recreatief verblijf over een langere periode dan 100 dagen plaatsvindt. Mede gelet op vorenstaande is de Afdeling van mening dat de inrichting niet valt onder de definitie van 'kampeerboerderij' gegeven in artikel 22, cub c, van de toenmalige Kampeerwet en dat de inrichting terecht een categorie I-bescherming toekomt.