Dieren met vaste afstanden onder de voormalige Richtlijn 1996

Vraag

Voor welke dieren golden vaste minimumafstanden van de voormalige Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996?

Antwoord

De voormalige Richtlijn 1996 noemde in bijlage 2 een aantal diercategorieën waarvoor vaste afstanden golden, namelijk voor rundvee, nertsen en konijnen.

Rundvee

Een deel van het rundvee had te maken met vaste afstanden en een deel met omrekeningsfactoren. Vleeskalveren tot 8 maanden, vleesstierkalveren tot 6 maanden, en vleesstieren en overig vleesvee van 6 tot 24 maanden, hadden in bijlage 1 (A4, A5 en A6) omrekeningsfactoren in mestvarkeneenheden (mve)t.

Voor A1, A2, A3 en A7 gold een vaste afstand van 100 meter tot categorie I- en II-objecten en 50 meter tot categorie III- en IV-objecten. De afstand meten ging vanaf het emissiepunt van de stal.

Het was niet duidelijk of de jurisprudentie deze vaste afstanden accepteerde en dan met name de eis van 100 meter tot categorie I- en II-objecten. Alle uitspraken gingen over de voorganger van de Richtlijn 1996, de voormalige Brochure Veehouderij en Hinderwet 1985. De Afdeling accepteerde in de uitspraak van 8 februari 1999, nr. E03.97.0371, Leeuwarderadeel een vaste afstand van 100 meter; in ABRvS 10 mei 1999, nr. E03.96.1708, Tubbergen een afstand van 75 meter en in ABRvS, E03.96.0423, 19 maart 1999, Velsen, 50 meter voor zoogkoeien en paarden.

Alleen bij de omgekeerde werking was er een uitspraak waarin de Afdeling de Richtlijn 1996 leek te accepteren voor rundvee, ABRvS, 3 september 2003, 200302085/1, Noord-Brabant.

Konijnen

Voor konijnen schreef de Richtlijn ook een vaste afstand voor: 100 meter tot categorie I- en II- objecten en 50 meter tot categorie III en IV objecten. Wel gold de beperking dat deze afstanden alleen van toepassing waren op bedrijven met een omvang van 500 voedsters of minder (inclusief rammen, opfok en vleeskonijnen). In de jurisprudentie is één uitspraak bekend over deze norm. Het ging in die situatie wel om een bedrijf met een omvang van meer dan 500 voedsters. In die zaak was voor een bedrijf met 1500 voedsters en 11.600 vlees- en opfokkonijnen een afstand van 64 meter tot een categorie IV object voldoende (ABRvS, 12 juni 2002, 200105017/2, Drimmelen).

Nertsen

Voor nertsen was de vaste afstand afhankelijk van de bedrijfsomvang":

  • 1000 ouderdieren of minder: 175 meter tot categorie I, 150 meter tot categorie II, 100 meter tot categorie III en 75 meter tot categorie IV
  • 1001 tot 1500 ouderdieren: 25 meter extra
  • 1501 tot 3000 ouderdieren: 50 meter extra
  • 3001 tot 6000 ouderdieren: 75 meter extra
  • Meer dan 6000 ouderdieren: per geval beoordelen
  • Nertsen in Groen Label-stal: voor categorie III/IV afstand met 25 meter verkleinen

Uit jurisprudentie blijkt dat bij nertsen de ouderdieren in feite de fokteven waren (ABRvS,11 november 1999, E03.97.0412, AB kort 2000, 113).
Verder accepteerde de Afdeling de afstandsregeling voor nertsen uit bijlage 2 van de Richtlijn 1996. Ook de bepaling over de vermindering voor Groen Label-stallen (ABRvS, 28 januari 2000, E03.98.0707, JM 2000/43). Uit deze laatste uitspraak bleek ook dat de stank van nertsen niet uit te drukken is in mve. Dit betekent dat bij overbelaste situaties waarbij de nertsen in een Groen Label-stal kwamen, de veehouder dit niet kon opvullen (vergelijk dit met ABRvS d.d. 28 januari 2000, nr. E03.98.0707, JM 2000/43 waarin ditzelfde bepaald werd voor rundvee). Verder was beoordeling van de cumulatieve bijdrage van nertsen (net zoals dat van dieren met vaste afstanden) met het Cumulatierapport niet mogelijk. Het Dat betekende niet dat de cumulatie helemaal niet beoordeeld hoefde te worden. Want als geurgevoelige objecten in de omgeving al cumulatief overbelast waren door andere veehouderijen, dan was vergunning voor de nertsen soms niet mogelijk.

Voor grote bedrijven met 6.001 tot 9.000 ouderdieren was het volgens de Afdeling ook acceptabel om de individuele toets in te vullen door de afstand met 100 meter te vergroten (ABRvS, 4 mei 2005, 200408657/1, Gemert-Bakel).



ABKort

Administratiefrechtelijke Beslissingen (rechtspraak bestuursrecht)

JM

Jurisprudentie Milieurecht