200302666/1 Limburg
Onderwerp
Omgekeerde werking, stank, Richtlijn 1996
Inleiding
Aan de orde is de goedkeuring van een bestemmingsplan.
Appelant betoogt dat vergroting van het bouwblok een toeneming van de reeds bestaande stankoverlast tot gevolg heeft.
Afdeling
In de Richtlijn 1996 is een speciale paragraaf gewijd aan de omgekeerde werking. Daarbij wordt aangegeven dat in het kader van de omgekeerde werking, de afstand van het nieuw te bestemmen object tot de veehouderij gemeten moet worden tot de rand van het bouwperceel van de veehouderij en niet tot de rand van de feitelijke bebouwing. Bij het bepalen van de afstand moet hier rekening mee gehouden worden. Meten vanaf de grens van het bouwvlak wordt ook in de jurisprudentie als uitgangspunt gehanteerd, zowel mbt. de Brochure 1985 als mbt. de Richtlijn 1996 (KB 26 mei 1994, AB 1994, 656 en ABRvS d.d. 29 oktober 2003, 200302666/1). Is de op deze manier gemeten afstand kleiner dan de afstand die op grond van de voor de veehouderij geldende milieuvergunning nodig is, dan kan een besluit tot goedkeuring van het bestemmingsplan in beroep worden vernietigd (zie bijvoorbeeld ABRvS d.d. 29 oktober 2003, 200302666/1). Dit is in casu het geval.