Begrippen
De geurregelgeving voor dierenverblijven (stallen) werkt met begrippen. Bijvoorbeeld geurgevoelig object. Hier vindt u informatie, met jurisprudentie, over deze begrippen.
Let op: Deze website wordt niet meer geactualiseerd en stopt vanaf woensdag 11 december 2024. De informatie over regelgeving geldt niet meer door de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Delen van deze website zijn onderdeel geworden van de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Lees op de website van het IPLO hoe het werkt onder de Omgevingswet.
De geurregelgeving voor dierenverblijven (stallen) werkt met begrippen. Bijvoorbeeld geurgevoelig object. Hier vindt u informatie, met jurisprudentie, over deze begrippen.
Een veehouderij is een inrichting bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren. Jurisprudentie licht dit verder toe.
Geurbelastingreducerende maatregelen zijn:
Hier vindt u jurisprudentie over de bescherming van een (voormalige) bedrijfswoning bij een veehouderij. Het gaat om de bescherming tegen geurhinder van dierenverblijven van andere veehouderijen: wanneer is het een geurgevoelig object?
Hier staat een overzicht van jurisprudentie over het begrip geurgevoelig object. Het gaat om de bescherming tegen geurhinder van dierenverblijven van veehouderijen.
De bebouwde kom krijgt het meeste bescherming tegen geurhinder van dierenverblijven van veehouderijen. Hier staat een overzicht van jurisprudentie over het begrip bebouwde kom.
Bij het beoordelen of veehouderijactiviteiten voor of na 19 maart 2000 zijn gestaakt, is niet de feitelijke situatie bepalend. Hierover is jurisprudentie.
Een diercategorie is A1, A2, A3 enzovoort tot en met L3 van de Regeling ammoniak en veehouderij.