Gemeentelijke geurverordening

Het is niet mogelijk om in een verordening de definitie van geurgevoelig object te omschrijven. Dat mag wel in beleidsregels, maar de Wet geurhinder en veehouderij blijft bepalend.

Verschillende normen voor deelgebieden kunnen in één verordening komen te staan. Maar per deelgebied een verordening is ook mogelijk.

Het is niet mogelijk de normen van de Wet geurhinder en veehouderij voor een concentratiegebied te laten gelden voor een niet-concentratiegebied, door dit in de verordening op te nemen. De gemeente moet zich houden aan de bandbreedte van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij.

Gemeente A hoeft een vergunningaanvraag van een veehouderij, die effect heeft op een geurgevoelig object in gemeente B, niet aan te houden omdat buurgemeente B een aanhoudingsbesluit heeft genomen. Dat is anders, als het om een voorbereidingsbesluit gaat.

Daarmee wordt bedoeld 'voorgelegd'. Het gaat om het moment van versturen van het ontwerpbesluit naar het secretariaat.

Hier vindt u uitspraken van rechters over geurverordeningen van gemeenten.

Het percentage geurgehinderden mag toenemen bij het vaststellen van de gemeentelijke geurverordening. Wel moet het woon- en leefklimaat aanvaardbaar zijn.

Bij de quick scan gaat u uit van het vergunde en gemelde aantal dieren. De quick scan is namelijk een grove inschatting.

Het is niet mogelijk om in een verordening de term "permanent of - daarmee vergelijkbaar gebruik nader te definiëren.

De gebiedsvisie hoeft niet in het bestemmingsplan te zijn vastgelegd. Het ligt voor de hand om de gebiedsvisie inhoudelijk te laten aansluiten bij het bestemmingsplan.

Het is mogelijk om in een verordening onderscheid te maken tussen veehouderijen naar de omvang van het bedrijf.

Het opstellen van een geurverordening zal in het algemeen geen risico op schadevergoeding geven.