Jurisprudentie geur en plattelandswoningen
Op deze pagina staat de jurisprudentie vermeld en kort samengevat over het onderwerp geur en plattelandswoningen. De uitspraken staan in volgorde van datum met de meest recente bovenaan.
Let op: Deze website wordt niet meer geactualiseerd en stopt vanaf woensdag 11 december 2024. De informatie over regelgeving geldt niet meer door de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Delen van deze website zijn onderdeel geworden van de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Lees op de website van het IPLO hoe het werkt onder de Omgevingswet.
Op deze pagina staat de jurisprudentie vermeld en kort samengevat over het onderwerp geur en plattelandswoningen. De uitspraken staan in volgorde van datum met de meest recente bovenaan.
Omzetting naar plattelandswoning terecht geweigerd vanwege hoge voorgrondbelasting (31,6 Ou/M3). Dat eiser geen geurhinder ervaart, maakt niet uit.
Bij de vraag of sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat telt geuremissie van 'voormalige eigen' veehouderij mee.
Als een voormalige agrarische bedrijfswoning wordt bestemd als plattelandswoning, maakt deze in planologisch opzicht nog steeds deel uit van de inrichting en wordt deze niet beschermd tegen de milieuemissie van deze inrichting. Niet het feitelijk gebruik is bepalend, maar de planologische status.
Ondanks het opstellen van een beleidsnota met criteria in welke gevallen er in ieder geval sprake is van een goed woon- en leefklimaatm, moet toch per geval worden gekeken. Als deze normen niet gehaald worden, maar er toch argumenten bestaan om een verzoek niet af te wijzen, kan afgeweken worden van deze normen.
Geur is onvoldoende meegenomen: dat bedrijf beperkt is door ammoniakregelgeving is niet afdoende motivering.
Dat wordt voldaan de Wet plattelandswoningen, betekent niet automatisch dat sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Uitspraak van vóór de Wet plattelandswoning, maar in lijn met de Wet plattelandwoning. Een woning was bestemd als plattelandswoning, er woonde een burger in, maar de woning krijgt geen bescherming omdat hij wordt gezien als onderdeel van de inrichting.
Partijen stemden ermee in dat de Wet plattelandswoningen wordt toegepast, die op dat moment spoedig in werking zou treden.