Verordening

Met artikel 6 Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) kan een gemeente met een verordening afwijken van de waarden of afstanden van de Wgv. De gemeenteraad kan voor (delen van) zijn grondgebied een andere waarde of een andere afstand vastleggen. Zolang de verordening in procedure is, kan de gemeente met een aanhoudingsbesluit ervoor zorgen dat vergunningaanvragen blijven 'hangen'.

Resultaten

Inleiding

De gemeenteraad is bevoegd om bij gemeentelijke verordening een andere waarde of afstand te stellen, in plaats van de wettelijke waarden en afstanden van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). Aan de basis van een verordening ligt een gemeentelijke visie op de gewenste ontwikkeling van een gebied. Dit hoofdstuk beschrijft een methode om te bepalen of een gebiedsvisie en een verordening nodig zijn.

Voor- en nadelen

Mogelijkheden, voordelen en nadelen van een verordening op een rij.

Mogelijkheden van de verordening

De gemeente mag met de verordening afwijken van waarden voor geurbelasting en minimumafstanden. Ze mag haar eigen waarden en afstanden stellen voor (delen) van de gemeente. Er gelden wel grenzen: de gemeente moet binnen bepaalde bandbreedtes blijven. Daarbij hangt het ervan af, om wat voor soort dieren het gaat (dieren met odour units, pelsdieren en andere dieren zonder odour units) en om wat voor soort geurgevoelig object het gaat. Hier vindt u overzichten met de mogelijkheden.

Criteria voor andere normen

Bij het opnemen van andere waarden of afstanden in de verordening moet de gemeenteraad rekening houden met een aantal criteria. Sommige hebben een Europeesrechtelijke achtergrond.

Stappenplan

Dit stappenplan geeft voor u als gemeente een methodiek om te onderzoeken of een ander beschermingsniveau wenselijk is. Het stappenplan bevat vier fasen (Van start > Quick scan > Gebiedsvisie > Verordening) met in totaal 17 stappen.