Vertaling naar andere gebieden

In meerdere gebieden met veel veehouderijen is onderzoek uitgevoerd naar de relaties met de gezondheid van omwonenden. Een aantal factoren bepaalt in hoeverre onderzoeksresultaten te vertalen zijn naar andere gebieden.

Onderzoek in diverse provincies

De eerste VGO-onderzoeken (Onderzoek veehouderij en gezondheid omwonenden) zijn uitgevoerd in het oosten van de provincie Noord-Brabant en het noorden van de provincie Limburg. Dat is een dichtbevolkt gebied met veel veehouderijen.

Later is een deel van het onderzoek (over longontstekingen) herhaald in plattelandsgemeenten in de provincies Utrecht, Gelderland en Overijssel. Dit nieuwe onderzoeksgebied heeft een hoge veehouderijdichtheid, maar een lagere achtergrondconcentratie fijnstof dan het VGO onderzoeksgebied in Noord-Brabant en Limburg.

De resultaten van deze  onderzoeken zijn ook relevant voor veel andere gebieden met veehouderijen in Nederland en het buitenland. Maar 1-op1 vertaling van de resultaten is vaak lastig.

Geitenhouderijen

De relaties tussen geitenhouderijen en longontsteking bij omwonenden zijn in beide regio's in vergelijkbare mate aanwezig. De onderzoekers zeggen hierover: "Gezien deze bevestiging van het eerdere onderzoek in een andere regio, en met gebruikmaking van een andere gegevensbron om veehouderijen in kaart te brengen, is het aannemelijk dat deze associaties ook gelden voor andere Nederlandse provincies met geitenhouderijen."

Gebiedskenmerken

Een vertaling van onderzoeksresultaten naar andere gebieden is niet altijd eenvoudig. Want onderzoeksresultaten gelden voor het onderzochte gebied, met de specifieke kenmerken voor dit gebied (de referentiesituatie). Dat zijn bijvoorbeeld de hoeveelheid (achter­grond)luchtverontreiniging, aantal veehouderijen, typen bedrijven en kenmerken van de bevolking.

Samenhang luchtkwaliteit

Het is niet precies bekend hoe deze regionale aspecten de resultaten beïnvloeden. Daarom geeft het RIVM aan, dat vooral resultaten die samenhangen met de luchtkwaliteit niet zonder meer voor andere gebieden met veel veehouderijen gelden. Met bijvoorbeeld ruimtelijke analyses kan het bevoegd gezag onderbouwen in hoeverre een ander landelijk gebied overeenkomt met het VGO-gebied.

Andere VGO-resultaten, zoals de verspreiding van ziekteverwekkers, zijn volgens het RIVM makkelijker te vertalen naar andere gebieden in ons land.