Voorzorg in de regelgeving
Gemeenten en provincies kunnen rekening houden met voorzorg bij:
- de zorgvuldige voorbereiding van het besluit
- de deugdelijke motivering van het besluit en
- de evenredige belangenafweging die nodig is bij het besluit.
Nationale regelgeving
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt in artikel 3:2 dat het bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit de ‘nodige kennis verzamelt van de relevante feiten en de af te wegen belangen’. Deze bepaling is onderdeel van het zorgvuldigheidsbeginsel. Dit is een ‘algemeen beginsel van behoorlijk bestuur’. Het betekent dat het bestuursorgaan een besluit zorgvuldig moet voorbereiden en nemen.
Artikel 3:46 Awb geeft aan dat een besluit een deugdelijke motivering moet hebben. Heeft het bevoegd gezag een regionale of lokale beleidsvisie, waarop het een besluit en de motivering kan baseren? Dan zorgt dat voor een sterkere onderbouwing van het gebruik van voorzorg.
Europese regelgeving
In Europees verband staat de verplichting om het voorzorgsbeginsel toe te passen in artikel 191, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit artikel richt zich op de wetgeving van de Europese Unie. In de Richtlijn industriële emissies komt voorzorgbeginsel onder meer terug in enkele algemene beginselen (artikel 11).
In een mededeling uit 2000 staan de opvattingen van de Europese Commissie over de toepassing van het voorzorgbeginsel door besluitvormers binnen de EU. Bestuurders in Nederland kunnen deze mededeling gebruiken bij hun motivering van voorzorg. De mededeling geeft hiervoor handvatten.