Hygiëne- en gedragsvoorschriften

Uit jurisprudentie over de omgevingsvergunning milieu blijkt dat het bevoegd gezag in de vergunning hygiënevoorschriften kan opnemen. Dit wordt door de rechter in verband gebracht met gezondheidsrisico’s voor omwonenden.

Wetgeving diergezondheid

Hoewel de bestrijding van besmettelijke dierziekten primair is geregeld in andere wetgeving, zoals de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, is er bij de milieuregelgeving ruimte voor een aanvullende toets. In het verdiepingsonderdeel 'Wetgeving diergezondheid' leest u meer over de verhouding tot de diergezondheidswetgeving.

Voorschriften

Als de lokale omstandigheden daarom vragen, kan het bevoegd gezag in de omgevingsvergunning milieu hygiënevoorschriften opnemen. Ook het opnemen van gedragsvoorschriften, managementmaatregelen en maatregelen voor good housekeeping is mogelijk.

Zulke maatregelen staan ook in de kwaliteitssystemen van de verschillende veehouderijsectoren. De meeste bedrijven zijn hierbij aangesloten. Als het bevoegd gezag weet bij welk kwaliteitssysteem de ondernemer aangesloten is, geeft dat inzicht in de genomen maatregelen.

Jurisprudentie

Hieronder staan uitspraken waarin hygiënevoorschriften, gedragsvoorschriften en andere voorschriften aan de orde komen. Niet in alle gevallen is duidelijk of de rechter de voorschriften goedkeurt. Om een zo volledig mogelijk overzicht te geven, staan deze uitspraken er toch erbij.

  • AWB 15_183, 7 april 2016, Hilvarenbeek.
    Geiten: er gelden voorschriften die onder meer zien op een hygiëneprotocol en de opslag en behandeling van vaste mest. De rechter oordeelt dat de eisende partij niet aannemelijk heeft gemaakt dat er nadere voorschriften nodig waren.
  • AWB 14/632, 10 oktober 2014, Hof van Twente.
    Geiten: gezien de huidige stand van de wetenschap is er geen reden om aan te nemen dat de voorschriften (voor mest en gier) in deze omgevingsvergunning onvoldoende bescherming bieden tegen de verspreiding van zoönosen.
  • SHE 13/519 en SHE 13/525, 6 juni 2015, Asten.
    Vleeskuikens: de rechtbank verbindt het volgende voorschrift aan de vergunning:
    Teneinde zoönosen te weren en om ziektedruk en de uitbraak van ziekten te voorkomen, dienen de volgende maatregelen in ieder geval te worden getroffen:
    • Strikte hygiëne tijdens de ronde, wat betekent: afgesloten terrein, geen toegang voor bezoekers in de stallen, bedrijfseigen kleding en schoeisel, wasgelegenheid om daarmee ziekte insleep te voorkomen;
    • Zorg voor goede klimatologische omstandigheden tijdens de ronde,
    • Grondige reiniging en ontsmetting van de stallen na de ronde;
    • Uitvoeren van verplichte entingen tegen pluimveeziekten waarbij een maal per ronde de dierenarts een bloedonderzoek ter controle zal verrichten;
    • Het jaarlijks maken van hygiënogrammen en jaarlijks een IKB (integrale ketenbewaking) controle door een gecertificeerde instantie waarbij het gehele productieproces wordt gecontroleerd;
    • Elke ronde Salmonellaonderzoek en tweemaal per jaar Campylobacteronderzoek;
    • Jaarlijks onderzoek naar de waterkwaliteit bij gebruik eigen bronwater;
    • Ongediertebestrijding waaronder Tempexkeverbestrijding.
  • AWB-13_1676, 20 augustus 2014, Hollands Kroon.
    Pluimvee: er zijn maatregelen getroffen, zoals de gekozen afstand van de inrichting tot woningen, het gekozen stalsysteem en de aan de vergunning verbonden voorschriften die zien op het huisvestingssysteem en de hygiëne binnen de inrichting. Verder is gemotiveerd dat als gevolg van het toepassen van warmtewisselaars wordt voldaan aan de geldende emissie-eisen. De rechter oordeelt dat de eisende partij niet voldoende heeft onderbouwd dat nadere voorschriften nodig waren.
  • 201207838/1/A4, 18 december 2013, Oirschot.
    Biggen: de gemeente noemt als maatregelen het inpandig houden van de dieren, luchtwassers en hygiënemaatregelen. De gemeente stelt dat luchtwassystemen de emissie van zwevende deeltjes, die ziekteverwekkers kunnen verspreiden, beperken. De rechter oordeelt dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er nadere voorschriften nodig waren.
    Soortgelijke uitspraken: 201105847/1/A4, 22 augustus 2012, Landerd, , 201012388/1/A4, 29 februari 2012, Westerveld, en 201201163/1/A4, 19 juni 2013, Hof van Twente.
  • SHE 12/3065, 12 juli 2013, Boxmeer.
    Legkippen: onbevoegden mogen niet bij de dieren komen en er moeten hygiënemaatregelen worden gevolgd. Alle dieren worden inpandig gehouden en er vindt ongediertebestrijding plaats. De rechtbank oordeelt dat de gemeente beter onderzoek had moeten doen.
    In de vervolguitspraak (uitspraaknr. AWB-12_3065, 31 december 2013, Boxmeer) komt aan de orde dat de gemeente ten onrechte geen hygiënemaatregelen had opgelegd aan het drijf. De rechtbank oordeelt dat met deze geen sprake is van een onaanvaardbare gezondheidsrisico’s. Wel hadden de afgesproken maatregelen vastgelegd moeten worden in de vergunning.
  • 201010565/1/T1/A4, 8 februari 2012, Twenterand.
    Pluimvee en schapen: de vergunde luchtwasser beperkt volgens de gemeente de emissie van zwevende deeltjes, die ziekteverwekkers kunnen verspreiden. Appellant voert aan dat door de beperkte werking van de luchtwasser de verspreiding van ziektekiemen onvoldoende wordt tegengegaan. De gemeente had volgens appellant extra voorschriften moeten opnemen. De Afdeling oordeelt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat in dit geval nadere voorschriften nodig waren.

Al met al zijn hygiënevoorschriften en gedragsvoorschriften in de omgevingsvergunning vaak mogelijk en/of wenselijk om gezondheidsrisico's  te beperken of te voorkómen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het tegengaan van de verspreiding van fijnstof, waarin ziekteverwekkers kunnen voorkomen.