Spuiwaterproductie

Registratie

Voor een goede werking van het luchtwassysteem moet voldoende worden gespuid. De spuiwaterproductie is daarom onderdeel van de elektronische monitoring. Elk uur wordt de totale spuiwaterhoeveelheid geregistreerd.

Elektromagnetische flowmeter

Voor het meten van het spuiwaterdebiet moet luchtwassysteem zijn voorzien van een elektromagnetische flowmeter. Deze meter is vervuilingsbestendig en geeft daardoor een betrouwbare spuiwaterdebietmeting. Andere watermeters zijn vooral gemaakt voor het meten van hoeveelheden schoon water. Bij het meten van vervuild water zijn de gegevens dan niet betrouwbaar.

Bij het gebruik van een centrale recirculatietank voor meerdere luchtwassystemen wordt uit deze centrale recirculatietank gespuid. Dan moet in de spuileiding van deze tank een elektromagnetische flowmeter zitten.

Vortex- en ultrasoonmeting

De Technische Advies Pool Rav (TAP) van de RVO adviseert dat vortex- en ultrasoonmeting acceptabel zijn als alternatief voor de elektromagnetische meting. Op basis van het gelijkwaardigheidsbeginsel kan het bevoegd gezag, op verzoek van de veehouder, besluiten om de veehouder toestemming te verlenen om een  ultrasoonmeter of een vortexmeter in plaats van een elektromagnetische flowmeter te gebruiken voor het meten van het spuiwaterdebiet.

Voldoende spuiwater

Het spuiwaterdebiet moet voldoende zijn om de hoeveelheid stikstof af te voeren, die overeenkomt met de hoeveelheid ammoniak die de luchtwasser moet afvangen.

Controle

Bij de controle gaat het niet alleen om de totale hoeveelheid spuiwater, maar ook om hoeveel het luchtwassysteem, wanneer gespuid heeft. Dit is de momentane spui. Die wordt berekend door de vorige registratie (t-1) van iedere registratie (t) van de spuiwaterhoeveelheid af te trekken.  Deze gegevens kunnen naast de geregistreerde waarden voor de geleidbaarheid worden gelegd. Dit, om vast te stellen of het luchtwassysteem op tijd en regelmatig heeft gespuid.