Biologische wasser

Een biologische luchtwasser verwijdert met micro-organismen (meestal bacteriën) ammoniak en geur uit de stroom uitgaande stallucht.  De micro-organismen zitten in het waswater (wasvloeistof) en op het filter. Met de wasvloeistof wordt ook fijnstof verwijderd.

Filter

Het filter in een biologische wasser is bijna altijd van kunststof met bijvoorbeeld honingraatstructuur. Het waswater bevochtigt het filter. Bevochtiging is ook nodig om de populatie micro-organismen in stand te houden.

Ammoniak

De ammoniak in de uitgaande stallucht lost op in water en wordt in de wateroplossing omgezet in ammonium (NH4+). Dit ammonium wordt daarna door de micro-organismen deels afgebroken en omgezet in de stikstofverbindingen nitriet (NO2-) en/of nitraat (NO3-). De stikstofverbindingen gaan met het spuiwater uit het luchtwassysteem.

Het spuiwater is giftig, het kan zoveel nitriet bevatten dat het na enkele slokken al dodelijk kan zijn (voor zowel dieren als mensen). Het waswater of spuiwater mag daarom nooit in het waterleidingcircuit kunnen komen. Of op andere wijze bij de dieren kunnen komen.

De biologische luchtwassystemen die in de Regeling ammoniak en veehouderij staan, verminderen de ammoniakemissie met 70 tot 85%.

Geur

Geurverbindingen kunnen zuur, neutraal of basisch van karakter zijn. In een biologisch proces worden sommige geurverbindingen door micro-organismen omgezet in minder geur veroorzakende afbraakproducten.

De biologische luchtwassystemen die in de Regeling ammoniak en veehouderij staan, verminderen de geuremissie met gemiddeld 45%.

Fijnstof

De wasvloeistof spoelt een deel van het (fijn) stof uit de stallucht. Het afgevangen (fijn) stof gaat met het spuiwater uit het luchtwassysteem.

De biologische luchtwassystemen die in de Regeling ammoniak en veehouderij staan, verminderen de fijnstofemissie met gemiddeld 60% - 75%. Het percentage is onder andere afhankelijk van de tijd dat de lucht in het wassysteem is. Bij een langere verblijftijd komt de lucht meer in contact met de wasvloeistof en is het verwijderingsrendement hoger. Het gaat om de minimale verblijftijd in het filterpakket en (als aanwezig) het bevochtigde deel van het aanstroomtraject van de ventilatielucht.

Bij het filterpakket wordt de verblijftijd altijd berekend over het volume van de lege ruimte. Daarnaast wordt de minimale verblijftijd altijd berekend bij maximale belasting. De minimale luchtverblijftijd is gelijk aan het volume (m³) gedeeld door het maximale luchtdebiet (m³/seconde).