Geluid en het drogen van mest
Drogen van mest geeft op zichzelf weinig geluid. De geluidhinder door het plaatsen van een installatie voor het drogen van mest op boerderijschaal bij een bestaande veehouderij kan daardoor in principe zeer beperkt zijn.
Bij de beoordeling van het aspect geluid is het van belang dat zowel de stationaire geluidsbronnen als de mobiele geluidsbronnen op het terrein van de inrichting worden meegenomen.
Stationaire geluidsbronnen
Mogelijke stationaire geluidsbronnen van de installatie zijn:
- elektrische pompen
- ventilatoren voor de luchtbehandeling
Door een slimme locatiekeuze op het terrein van de inrichting ten opzichte van geluidgevoelige bestemmingen kan het bedrijf de toename van de geluidsbelasting door de bovengenoemde stationaire geluidsbronnen beperken. Ook kan het inpandig opstellen van de installatie, isolatie van de geluidsbronnen en het kiezen voor een geluidsarme installatie de geluidhinder beperken.
Mobiele installaties - Ook een mobiele mestbewerkings- of verwerkingsinstallatie is een stationaire geluidsbron. Dit, ondanks het feit dat de installatie niet locatie- of plaatsgebonden is en verschillende bedrijven de installatie gebruiken. Het mestbewerkings- of verwerkingsproces door de mobiele installatie zal, afhankelijk van de hoeveelheid opgeslagen mest en de capaciteit van de installatie, enkele dagen tot enkele weken kunnen duren en met een zekere regelmaat terugkeren. Aangezien de installatie met een zekere continuïteit één onderdeel vormt met de inrichting, is er sprake van een stationaire geluidsbron.
Mobiele geluidsbronnen
De effecten van mobiele bronnen op de geluidbelasting (o.a. transportbewegingen) binnen de inrichting door het plaatsen van een installatie voor het drogen van mest zullen beperkt zijn. Daarnaast zullen er in de meeste gevallen geen extra voertuigbewegingen van of naar de veehouderij zijn ten opzichte van de bestaande situatie (zonder installatie voor het drogen en indampen van mest) er van uitgaande dat het bedrijf geen mest van derden verwerkt.
De veehouder kan ook voor kiezen voor een mobiele installatie, die tijdelijk op het bedrijf geplaatst wordt (in plaats van een eigen vaste installatie voor het drogen en indampen van mest). Ook in dat geval is de toename van het aantal transportbewegingen beperkt.
Toetsingskader
Bij het vaststellen van het beschermingsniveau voor geluid kunt u aansluiten bij het toetsingskader voor geluid uit het Activiteitenbesluit of de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening (Ministerie VROM, 1998).
Door plaatsen van een installatie voor het drogen van mest kan een veehouderij, die valt onder het Activiteitenbesluit vergunningplichtig worden (zie: Juridisch kader - Omgevingsvergunning of algemene regels?). Het plaatsen van de installatie verandert de aard van inrichting echter niet zodanig dat u niet meer aan kunt sluiten bij het toetsingskader voor geluid uit het Activiteitenbesluit (tot 1 januari 2013 het Besluit landbouw), indien u voor het plaatsen van de installatie dit als toetsingskader heeft gehanteerd.
Mobiele installaties
Voor mobiele (tijdelijke) installaties biedt de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening twee mogelijkheden om gericht mogelijke geluidhinder te reguleren:
- Regelmatige afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie.
Deze mogelijkheid ziet op activiteiten die met enige regelmaat voorkomen. - Afwijkingen in het kader van het 12-dagen criterium.
Deze mogelijkheid ziet op bijzondere activiteiten die niet kunnen worden gerekend tot de representatieve bedrijfssituatie.
Indirecte hinder
Voor toetsing van geluidemissies door transportbewegingen van en naar de inrichting kan de 'schrikkelcirculaire' worden gevolgd. Deze circulaire geeft voor de vergunningverlening aanwijzingen voor de beoordeling van de indirecte hinder veroorzaakt door verkeersbewegingen van en naar de inrichting.