Geur en het hygiëniseren van mest
Het hygiëniseren van dierlijke mest kan leiden tot geurhinder. De mate waarin, is afhankelijk van het proces dat gebruikt wordt om de mest te hygiëniseren. De hygiënisatie van drijfmest of digestaat vindt meestal plaats met heet water in afgesloten tanks. Dit proces levert nauwelijks een risico van emissies op. Het gebruik van warmtevijzels en stoominjectie om de dikke fractie te hygiëniseren kan wel een risico opleveren van emissies van ammoniak en geur. Met name wanneer het verwarmde eindproduct in een open opslag wordt bewaard.
Hygiënisatie in afgesloten verwarmde tanks
De meeste installaties voor het hygiëniseren van drijfmest of digestaat zijn afgesloten tanks zonder emissiepunt. Voor deze gesloten installaties (waar kleine geurbronnen, bijvoorbeeld bij vul- en aftappunten, nooit uitgesloten zijn) wordt geadviseerd bij de afstandseisen uit het Activiteitenbesluit aan te sluiten om geurhinder te beperken. Dat wil zeggen een afstand van 100 meter tot geurgevoelige objecten die in de bebouwde kom liggen en 50 meter tot objecten die daarbuiten liggen.
Hygiënisatie met warmtevijzels
Voor het hygiëniseren van de dikke fractie wordt meestal gebruik gemaakt van warmtevijzels. Deze worden verwarmd door middel van hete olie of er kan vanuit de vijzel stoom in de mest worden geïnjecteerd. Bij deze installaties waar gebruik gemaakt wordt van warmtevijzels en stoominjectie is er een risico op emissies van ammoniak en geur, omdat deze systemen niet altijd volledig gesloten zijn.
Het is van belang aan de hand van de procesbeschrijving te bepalen of de mest tijdens en/of na de bewerkingen niet rechtstreeks in aanraking komt met de buitenlucht. Is het mestbewerkingssysteem volledig gesloten en wordt de meegevoerde stoom in het proces gecondenseerd? Wordt het verwarmde eindproduct in een open opslag bewaard of in een afgesloten bunker? Deze factoren zijn bepalend voor het risico op emissies van ammoniak en geur en bepalen ook of de afstandseisen uit het Activiteitenbesluit voldoende zijn om geurhinder te beperken.
Bij twijfel is het aan de inrichtinghouder om een inschatting te geven van de aard en omvang van de emissies die vrijkomen bij het hygiëniseren van de mest en de opslag van de eindproducten.
Opslag van de eindproducten
De emissie van geur en ammoniak is een aandachtspunt bij langdurige opslag van de gehygiëniseerde dikke fractie. Wanneer deze dikke fractie gedurende langere tijd wordt opgeslagen, kan er spontane broei plaatsvinden (een langzame vorm van composteren). Hierdoor stijgt de temperatuur en kan geurhinder optreden. Het bedrijf kan de emissie van geur en ammoniak bij langdurige opslag van de gehygiëniseerde dikke fractie beperken door de mestopslag af te dekken.