Luchtkwaliteit en het bewerken en verwerken van mest

Het bewerken of verwerken van mest kan gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit. Bij de beoordeling van een aanvraag voor het plaatsen van een installatie moet dat nagegaan worden.

De grenswaarden voor luchtkwaliteit uit de Wet milieubeheer gelden voor iedereen. Dus niet alleen voor vergunningplichtige bedrijven, maar ook voor bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen.

Fijnstof

Bij een aantal technieken om mest te bewerken of te verwerken is een significante emissie te verwachten van fijnstof. Bijvoorbeeld bij het drogen van mest. Het bevoegd gezag moet daarom bij de beoordeling van een aanvraag voor het plaatsen van een installatie voor het drogen van mest de emissie van fijnstof meenemen.

De overige emissies die gerelateerd zijn aan de luchtkwaliteit, waaronder stikstofdioxide (NO2), zijn over het algemeen niet in betekenende mate (NIBM). Dit geldt zowel voor het mechanisch scheiden van mest of digestaat als het hygiëniseren en drogen van mest.

Verkeersbewegingen

Bij het verwerken of bewerken van mest op boerderijschaal vinden over het algemeen geen extra verkeersbewegingen rond de inrichting plaats. Er van uitgaande dat het bedrijf geen mest van derden verwerkt. Bij een luchtkwaliteitsberekening rond een installatie voor het bewerken of verwerken van mest hoeft in dat geval het effect van verkeersbewegingen niet in de berekening meegenomen te worden.