Besluit omgevingsrecht
In het Besluit omgevingsrecht (Bor) staat wanneer er sprake is van nadelige gevolgen voor de omgeving. In het Bor staat ook bij welke activiteiten een vergunningplicht geldt en wie bevoegd gezag is. Dit staat in onderdeel C van bijlage I bij het Bor. Voor een covergistingsinstallatie zijn categorie 7 en categorie 28 relevant.
Categorie 7
Het covergisten van mest met covergistingsmaterialen is volgens categorie 7 uit onderdeel C van bijlage I bij het Bor altijd vergunningplichtig. Uitgezonderd is het vergisten van uitsluitend dierlijke meststoffen zonder andere producten (monovergisting) met een capaciteit van ten hoogste 25.000 m3 mest. Hiervoor zijn voorschriften opgenomen in paragraaf 3.5.10 van het Activiteitenbesluit.
Categorie 28
Bij covergisten is bijna altijd sprake van het verwerken van afvalstoffen volgens de Wabo. Dit valt onder categorie 28 uit onderdeel C van bijlage I bij het Bor. Covergistingsmaterialen zijn namelijk bijna altijd afvalstoffen. Uitsluitend als een covergistingsmateriaal is geproduceerd (geteeld) met als doel om het te gebruiken als covergistingsmateriaal is het geen afvalstof (bijvoorbeeld Energiemaïs, categorie A2 in bijlage Aa, onder IV van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet). Als uitsluitend dierlijke mest wordt vergist met covergistingsmaterialen die geen afvalstoffen zijn, is er geen sprake van het verwerken van afvalstoffen volgens categorie 28. In categorie 28.2 zijn dierlijke en overige organische meststoffen uitgezonderd.
De vergunningplicht volgt uit categorie 28.10.
IPPC-installatie
Bedrijven met een IPPC-installatie zijn altijd vergunningplichtig. Dit staat in artikel 2.1, lid 2 van het Bor. Bij anaerobe vergisting is sprake van een IPPC-installatie bij een capaciteit van meer dan 100 ton per dag. De covergistingsinstallatie kan ook onderdeel zijn van de IPPC-installatie vanwege de activiteit het houden van dieren. Voor meer informatie zie ook IPPC-installatie.
Bevoegd gezag
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag als er sprake is van een IPPC-installatie of een BRZO-inrichting èn de covergistingsinstallatie valt onder categorie 7.4 of categorie 28.4.
Categorie 7.4
Het gaat hier om bedrijven die mest bewerken of verwerken met een capaciteit van 25.000 m3 per jaar of meer. Het gaat hierbij om mest die afkomstig is van buiten de inrichting.
Categorie 28.4
Het gaat om bedrijven die meer dan 1.000 m3 covergistingsmaterialen als afvalstof opslaan en bedrijven die 15.000 ton per jaar of meer afvalstoffen vergisten. Voor deze bedrijven moeten de gegevens in artikel 4.7 van de Regeling omgevingsrecht onderdeel zijn van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Voor meer informatie over de extra vereisten bij de aanvraag van de vergunning zie paragraaf 2.3 van de Regeling omgevingsrecht.