Aanvraag omgevingsvergunning
Voor een covergistingsinstallatie is altijd een omgevingsvergunning milieu nodig. In de aanvraag moeten voldoende gegevens staan om een beoordeling te kunnen maken.
Gegevens aanvraag
In de aanvraag moet in ieder geval staan:
- de capaciteit van de vergistingsinstallatie
- de hoeveelheid te vergisten dierlijke mest per jaar
- de hoeveelheid te vergisten covergistingsmaterialen per jaar
- de hoeveelheid geproduceerd vergistingsgas
- het te verwachten gehalte waterstofsulfide van het vergistingsgas
- beschrijving van het proces, waaronder de wijze van ontzwaveling
- een beschrijving van de wijze van stabilisatie van het digestaat
- welke covergistingsmaterialen worden vergist
- de geuremissie van de covergistingsmaterialen en genomen maatregelen
- de hoeveelheid en de wijze van opslag van de dierlijke mest en de covergistingsmaterialen
- de hoeveelheid en de wijze van opslag van vergistingsgas en de bufferopslag
- het acceptatie- en verwerkingsbeleid (A&V beleid)
- een beschrijving van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)
Afvalstoffenbeheer
De gegevens in artikel 4.7 Regeling omgevingsrecht moeten onderdeel zijn van de aanvraag als sprake is van bijlage I, onder 28.4 of 28.5 van het Bor. Dit zijn bedrijven die meer dan 1.000 m3 covergistingsmaterialen of mest als afvalstof opslaan en bedrijven die 15.000 ton per jaar of meer afvalstoffen (mest en covergistingsmaterialen) vergisten.
Covergistingsmaterialen
In de aanvraag voor een covergistingsinstallatie vermeldt de aanvrager voor welke covergistingsmaterialen hij de vergunning aanvraagt. Andere covergistingsmaterialen, dan die in de aanvraag staan, mogen niet aan de vergister worden toegevoegd. Als de vergunninghouder andere stoffen wil toevoegen, is een veranderingsvergunning nodig.
Voorschrift: covergistingsmaterialen en capaciteit
1. Alleen de volgende covergistingsmaterialen mogen worden toegevoegd: [noemen aangevraagde covergistingsmaterialen].
2. Er mag per jaar maximaal [aanvraag] m3 covergistingsmateriaal en maximaal [aanvraag] m3 dierlijke mest worden vergist in de installatie.
Digestaat
Als het digestaat voldoet aan de voorwaarden van de Meststoffenwet kan het worden gebruikt als meststof en dit valt onder doelmatig beheer van afvalstoffen. Zie voor deze voorwaarden ‘Digestaat – voorwaarden dierlijke meststof'. In de aanvraag moet staan dat aan deze voorwaarden wordt voldaan. Als het digestaat niet voldoet aan de voorwaarden van de Meststoffenwet, dan moet de aanvrager in de aanvraag onderbouwen waarom toch sprake is van doelmatig beheer van afvalstoffen.
Geur
Voor het beoordelen van geur is het ook nodig om te weten welke covergistingsmaterialen worden gebruikt. In de aanvraag moet staan of er geuremissies zullen zijn bij het opslaan van de covergistingsmaterialen. Ook staat in de aanvraag welke maatregelen er zijn om geuroverlast te voorkomen (zie ook ‘Opslaan van covergistingsmaterialen').
Procedures acceptatie en controle
De procedures van acceptatie en controle van de covergistingsmaterialen zijn een belangrijk onderdeel van de aanvraag. In de aanvraag moet per covergistingsmateriaal staan hoe het materiaal bij aanvoer en voordat het wordt toegevoegd aan de vergistingstank wordt gecontroleerd. Hiermee toont de aanvrager aan dat hij de risico’s van acceptatie en verwerking van afvalstoffen voldoende beheerst. Het bevoegd gezag kan met deze informatie beoordelen of sprake is van het doelmatig beheer van afvalstoffen. Voor informatie over het doelmatig beheer van afvalstoffen zie ‘Afvalstoffenbeheer’ en ‘Afvalstoffen’ in deze handreiking.