Vergistingsproces
Bij normale bedrijfsvoering zullen er geen emissies naar de lucht ontstaan bij het vergistingsproces. De vergistingstank moet gesloten zijn uitgevoerd en zijn voorzien van een overdrukbeveiliging. Bij normale bedrijfsvoering zullen er geen emissies naar de lucht op kunnen treden. Er moet naar gestreefd worden om ook bij regulier onderhoud geen emissies te laten ontstaan. Voor zover emissies niet voorkomen kunnen worden (calamiteiten), zullen die vooral optreden via de overdrukbeveiliging of een fakkelinstallatie.
Afblazen vergistingsgas
Bij het afblazen van vergistingsgas via de overdrukbeveiliging komt methaan vrij (sterk broeikasgas en brandbaar), met daarbij waterstofsulfide (giftig en sterk ruikend) en ammoniak (verzurend) en diverse geurcomponenten. Het is aan te bevelen om een overdrukventiel, met een waterslot of een gelijkwaardige voorziening, te voorzien van een alarmering. Alleen bij incidenten mag een vergistingsinstallatie afblazen en dan alleen via de overdrukbeveiliging. Een voorzienbare gebeurtenis, zoals regulier onderhoud is geen incident en mag dus niet leiden tot afblazen.
Daarnaast is het van belang dat de installatie een zekere buffercapaciteit heeft voor de opslag van vergistingsgas. De gasproductie kan hiermee enkele uren worden opgevangen.