Opslaan vergistingsgas in opslagtank

Vergistingsgas kan vloeibaar worden gemaakt door een combinatie van drukverhoging en koeling. De veiligheidseigenschappen van vloeibaar vergistingsgas zijn anders dan vergistingsgas dat onder lichte overdruk in een gaszak wordt opgeslagen. De berekeningen voor vergistingsgas kunnen niet op vloeibaar vergistingsgas worden toegepast. Vloeibaar vergistingsgas is vanuit veiligheidsoogpunt hetzelfde als vloeibaar aardgas (Liquefied Natural Gas (LNG)).

Eisen opslagtank

Voor het opslaan van vloeibaar vergistingsgas in een opslagtank kan worden aangesloten bij de voorschriften in het Activiteitenbesluit. Deze voorschriften zijn opgenomen in paragraaf 3.5.10 ‘Kleinschalig vergisten van uitsluitend dierlijke meststoffen’. De voorschriften gelden voor het opslaan van vloeibaar vergistingsgas in een of meer opslagtanks. De gezamenlijke inhoud van deze opslagtanks is maximaal 20.000 liter bij een kleinschalige mestvergister. Een kleinschalige mestvergister heeft verwerkingscapaciteit van maximaal 25.000 m3 mest per jaar.

Vloeibaar aardgas
Vloeibaar aardgas (Liquefied Natural Gas (LNG)) en dus ook vloeibaar vergistingsgas (Liquefied BioGas (LBG)) heeft een expansiefactor van ongeveer 600. Vergistingsgas wordt opgeslagen in een gaszak onder een geringe overdruk van 0,1 tot 0,3 bar. Dit komt overeen met een absolute druk van ongeveer 1,2 bar. Het opslaan van 20 m3 vloeibaar vergistingsgas in een opslagtank is komt hierdoor overeen met het opslaan van 10.000 m3 vergistingsgas in een gaszak. In formule: 20 m3 x 600/1,2 = 10.000 m3.

Veiligheidsafstand

De berekening van de veiligheidsafstand voor het opslaan van vloeibaar vergistingsgas is gedaan met een methode die gebruikt wordt voor LNG-tankstations. Uit die berekening volgt dat een veiligheidsafstand van 50 meter voldoet. Relatief risicovol is het legen van een opslagtank met vloeibaar vergistingsgas. Aanbevolen wordt de opslagtank te legen met een tankwagen voorzien van een composietlosslang in plaats van een standaardlosslang. Bij grotere opslagen kan een grotere veiligheidsafstand nodig zijn. Koppeling met een agrarische inrichting ligt dan niet meer voor de hand.

Binnen de veiligheidsafstand van 50 meter mogen geen kwetsbare objecten liggen. Daarnaast moet ernaar gestreefd worden dat binnen die afstand ook geen beperkt kwetsbare objecten liggen, zeker bij oprichting van een nieuwe vergistingsinstallatie. De definitie van kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten staat in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Samengevat gaat het om gebouwen waar mensen verblijven. Dit zijn bijvoorbeeld woningen, kantoorgebouwen, scholen, campings, sporthallen, winkels, hotels, restaurants en ziekenhuizen.

Ook is het van belang dat de PR 10-6 contour niet buiten de grens van de inrichting komt te liggen. Het ligt daarnaast niet voor de hand binnen de risicocontour interne nevenactiviteiten met een verblijfsfunctie uit te voeren, zoals een boerengolf of een camping. Ook zou ernaar gestreefd moeten worden de bedrijfswoning buiten de contour te houden.

Bij het beoordelen van de aanvraag moet het bevoegd gezag toetsen of aan deze voorwaarden wordt voldaan.

BRZO

Voor de drempelwaarden van het Besluit risico's zware ongevallen (gewicht in tonnen) wordt geen onderscheid gemaakt tussen ‘regulier’ vergistingsgas en vloeibaar vergistingsgas. In vloeibaar vergistingsgas, dat is opgewaardeerd naar aardgaskwaliteit zijn componenten zoals waterstofsulfide en ammoniak verwijderd. De risico’s van dit vergistingsgas worden hierdoor vooral bepaald door de brandbare eigenschappen van het gas. Voor meer informatie over de externe veiligheidsrisico’s van vergistingsgas zie ‘Besluit risico's zware ongevallen’.