Opslaan drijfmest en digestaat
De eisen voor het opslaan van drijfmest en digestaat staan in paragraaf 3.4.6 ‘Opslaan van drijfmest en digestaat’ van het Activiteitenbesluit. De eisen in paragraaf 3.4.6 zijn niet van toepassing bij het opslaan van meer dan 2500 m3 of 750 m2 drijfmest of digestaat.
De eisen om geurhinder te voorkomen zijn afstandseisen. Het opslaan van drijfmest en digestaat in een mestbassin moet op voldoende afstand van woningen en andere geurgevoelige objecten plaatsvinden. Als er toch geurhinder is, kunnen met maatwerk eisen worden gesteld aan de locatie, afdekken, frequentie en tijdstip aan- en afvoer bij het opslaan van drijfmest en digestaat.
Omdat eisen zijn gesteld aan geurhinder is artikel 2.7a van het Activiteitenbesluit met uitzondering van lid 3 niet van toepassing. Dit volgt uit artikel 2.3a lid 4 van het Activiteitenbesluit.
Geuremissies kunnen worden beperkt door de dierlijke meststoffen zo kort mogelijk voor gebruik uit de opslagvoorziening te halen. Dit valt onder de zorgplicht.
Eisen omgevingsvergunning
Het is niet nodig om geurvoorschriften in de omgevingsvergunning milieu op te nemen. Dit alleen nodig bij het opslaan van meer dan 2500 m3 of 750 m2 drijfmest of digestaat.