Noodprocedure
Bij gebruik van de installatie is een noodprocedure beschikbaar, waarin staat wat er moet gebeuren bij incidenten. Incidenten die in ieder geval in de noodprocedure moeten staan zijn: storing van de warmtekrachtinstallatie, storing van de opwerkunit voor vergistingsgas, stroomuitval, brand en het afgaan van de overdrukbeveiliging.
In de noodprocedure zit een lijst van contactpersonen en instanties die moeten worden gewaarschuwd. De noodprocedure moet beschikbaar zijn bij de relevante onderdelen van de installatie. De vergunninghouder test de procedure zo snel mogelijk na ingebruikname van de installatie.
Voorschrift: noodprocedure
1. Bij de relevante delen van de vergistingsinstallatie is een noodprocedure aanwezig waarin in ieder geval is opgenomen:
a. een beschrijving van de handelingen die worden verricht bij de volgende incidenten:
1°. een storing van de warmtekrachtinstallatie of de installatie voor het bewerken van vergistingsgas;
2°. stroomuitval;
3°. brand, en
4°. het afgaan van de overdrukbeveiliging.
b. een lijst van contactpersonen en instanties die worden gewaarschuwd.
2. Een storing moet direct worden verholpen. Als dit niet mogelijk is moet er in ieder geval binnen 8 uur iemand ter plaatse zijn die de storing kan verhelpen.
3. De noodprocedure is zichtbaar aanwezig bij de relevante onderdelen van de installatie.
4. Binnen zes maanden moet de noodprocedure worden getest.
5. Bij storing of stroomuitval moet zijn gewaarborgd dat de techniek voor het ontzwavelen van het vergistingsgas in de vergistingstank in werking blijft. Ook moet zijn gewaarborgd dat de fakkelinstallatie [als aanwezig] in werking blijft.
6. De noodprocedure moet actueel worden gehouden.
7. Een incident waarbij tetrahydrothiofeen vrijkomt, wordt gemeld aan het bevoegd gezag, de brandweer en de lokale beheerder van het aardgasnet. Dit is onderdeel van de noodprocedure als vergistingsgas wordt geodoriseerd met tetrahydrothiofeen.