Mestvergisting en afwijken bestemmingsplan
Wanneer een initiatief voor mestvergisting in strijd is met het bestemmingsplan, kan deze strijdigheid worden opgeheven met een 'Omgevingsvergunning Afwijken Bestemmingsplan'. Onder bepaalde voorwaarden kan daarbij de snellere reguliere procedure (besluit, bezwaar en besluit op bezwaar) gebruikt worden.
Voor toepassen van de snellere reguliere procedure moet het in de aanvraag gaan om:
- een vergistingsinstallatie bij een agrarisch bedrijf;
- vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen, en;
- er wordt in de aanvraag geen andere toestemming aangevraagd waarbij de uitgebreide procedure is voorgeschreven.
NB. De inhoudelijke beoordeling van de aanvraag is niet anders dan de ruimtelijke beoordeling via het bestemmingsplan.
Achtergrond
Grondslag
Op grond van artikel 2.12, lid 1 onder a, sub 2 Wabo kan voor gevallen die per Algemene maatregel van bestuur (AMvB) zijn aangewezen met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bestemmingsplan. Het gaat hierbij om de zogenaamde kruimelgevallen die in Bijlage II, artikel 4, Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn opgenomen. Mestvergisting valt onder artikel 4, lid 7, Bor:
- een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;
Reguliere procedure
Voor afwijkingen van het bestemmingsplan die vallen onder de kruimelgevallen, geldt onder de Wabo de reguliere procedure. De beslistermijn is normaal gesproken 8 weken (met eventuele verlenging van 6 weken). Bezwaar, beroep en hoger beroep zijn mogelijk.
Als het bevoegd gezag na 8 weken geen besluit heeft genomen en binnen die 8 weken de termijn niet met 6 weken heeft verlengd overeenkomstig artikel 3.9, lid 2, Wabo, is de vergunning van rechtswege verleend.
NB. Wordt deze toestemming gecombineerd met een toestemming waarvoor de uitgebreide procedure is voorgeschreven, dan geldt voor de gehele aanvraag deze uitgebreide procedure.
Samenloop met toestemming bouwen
Als een aanvraag wordt ingediend voor «bouwen» van een vergistingsinstallatie en deze niet past binnen het bestemmingsplan, wordt de aanvraag op basis van artikel 2.10, lid 2 Wabo tevens gezien als een aanvraag voor «planologisch strijdig gebruik» als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onderdeel c, Wabo. Er wordt dan automatisch getoetst of de omgevingsvergunning verleend kan worden op basis van de kruimelgevallenregeling.