Jurisprudentie stof
Op deze pagina vindt u een samenvatting van uitspraken voor het deelonderwerp: stof. Daarbij staat ook de vindplaats vermeld.
Emissie-eisen stof
Tijdelijk afwijken van de emissie-eis voor totaal stof is toegestaan (mestverwerkingsfabriek)
- Rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2014:5333, 30 oktober 2014, provincie Flevoland.
Gaat over mestverwerkingsfabriek Komeco in Dronten. De voornaamste verandering is overschakelen van houtgedroogde trommeldrogers naar een biologisch droogproces voor organische meststoffen.
Gelet op de complexiteit van de nieuw op te richten luchtreinigingsinstallatie, waar de schoorsteen deel van is, heeft verweerder de termijn waarbinnen vergunninghoudster moet voldoen aan de emissie-eis voor totaal stof van 5 mg/normaal-m³, conform de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR), kunnen stellen op 24 maanden na het onherroepelijk worden van de vergunning. Gedurende deze termijn geldt een emissie-eis voor totaal stof van maximaal 20 mg/normaal-m³.
Uit de NeR en het beginsel van BBT volgt dat verweerder, anders dan de Stichting Milieugroep Dronten (de Stichting) ter zitting heeft gesteld, bij het stellen van de genoemde termijn ook de economische belangen van vergunninghoudster heeft mogen betrekken.
Onderzoek luchtkwaliteit is juist uitgevoerd (mestverwerkingsbedrijf)
- ABRvS, 201113207/1/A4, 20 maart 2013, Deurne.
Uit onderzoek blijkt dat de emissie van fijnstof als gevolg van de inrichting zodanig is dat deze als niet in betekenende mate moet worden beschouwd. Voorts stelt het college dat de toetsing heeft plaatsgevonden conform de Handreiking (co)vergisting van mest (hierna: de handreiking). Het college wijst er verder op dat voor het mestverwerkingsbedrijf met name de fijnstof die vrijkomt bij verkeersbewegingen van belang is. Bij de diverse processen van mestverwerking is de kans op fijnstofemissie klein, aangezien het in alle gevallen een nat proces is. Daarnaast wordt eventuele vrijkomende fijnstof afgezogen uit de verwerkingsruimte en via het gecombineerde luchtwassysteem afgevoerd.
Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat het college het besluit niet mocht baseren op het onderzoek over fijnstof dat bij het akoestisch onderzoek is gevoegd. Dat het onderzoek in opdracht van vergunninghouder is verricht, is gebruikelijk. Voorts is niet aannemelijk gemaakt dat de beoordeling niet conform de handreiking heeft plaatsgevonden. [appellant sub 3] heeft verder niet bestreden dat de kans op emissie van fijnstof ten gevolge van de mestverwerking klein is, omdat het een nat proces is. Daarnaast wordt eventueel vrijkomend fijnstof afgezogen uit de verwerkingsruimte en via het luchtwassysteem afgevoerd. Nu in het onderzoek naar luchtkwaliteit is geconcludeerd dat de emissie van fijnstof ten gevolge van het verkeer van en naar de inrichting en de verkeersbewegingen binnen de inrichting een zodanige omvang heeft dat dit niet in betekenende mate bijdraagt, heeft het college zich in redelijkheid op het standpunt mogen stellen dat een nadere toetsing aan de grenswaarden voor de buitenlucht niet nodig is.