Jurisprudentie gezondheid
Op deze pagina vindt u een samenvatting van uitspraken voor het deelonderwerp gezondheid. Daarbij staat ook de vindplaats vermeld.
Zoönosen
Risico’s van verspreiding van zoönosen: geen algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten (mestverwerkingsbedrijf)
- ABRvS, 201508301/2/A1, 16 november 2016, provincie Noord-Brabant.
7. MACE betoogt dat het college ten onrechte heeft geoordeeld dat zich belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen voordoen, die nopen tot het maken van een milieueffectrapport. Volgens MACE is in de aanmeldingsnotitie genoegzaam uiteengezet dat, ook wat de door het college in dit verband genoemde aspecten volksgezondheid, energie en verkeer betreft, geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn te verwachten van de beoogde mestverwerkingsinstallatie.
7.3. In de aanmeldingsnotitie is aandacht besteed aan risico’s voor de volksgezondheid vanwege zoönosen. In de aanmeldingsnotitie is eraan gerefereerd dat onderzoeken met betrekking tot veehouderijen nog niet tot algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten over deze risico’s hebben geleid. Vervolgens is vermeld dat diverse maatregelen worden getroffen waarmee overdracht van in de mest mogelijk aanwezige ziektekiemen naar mensen kan worden voorkomen. Zo wordt de mest via een gesloten systeem gelost op een afgesloten mestbunker. De lucht uit deze mestbunker wordt, evenals de lucht die bij de daaropvolgende verwerkingsactiviteiten vrijkomt, via een luchtwasser geleid. Vermeld is voorts dat de mest door de hoge temperaturen bij het verdampen en composteren wordt ontdaan van eventueel aanwezige ziektekiemen.
Het college heeft zich ondanks hetgeen is vermeld in de aanmeldingsnotitie op het standpunt gesteld dat zich vanwege risico’s van verspreiding van zoönosen als gevolg van de mestverwerkingsinstallatie belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen voordoen. De Afdeling overweegt dat aan dit standpunt van het college geen algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten ten grondslag liggen. Dat blijkens het besluit van 22 maart 2016 door de GGD is geadviseerd om een risicoanalyse te maken, is daarvoor niet voldoende. Zonder algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten waaruit dit volgt, kan het college zich niet op het standpunt stellen dat zich vanwege risico’s van verspreiding van zoönosen als gevolg van de mestverwerkingsinstallatie belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen voordoen, die nopen tot het maken van een milieueffectrapport.