Onderzoeksgebied

Het onderzoeksgebied waarbinnen men toetst is bij veehouderijen normaal gesproken niet erg groot. Het fijnstof wordt op een lage hoogte uitgestoten.

Veehouderijen stoten fijnstof namelijk vaak laag boven de grond uit. Bij de veehouderij zijn de temperatuur van de stallucht, de uitstroomsnelheid en de hoogte van het emissiepunt erg laag. Het emissiepunt bestaat meestal uit een aantal ventilatoren in de gevel. De pluim raakt daarom al snel de grond. De hoogste bijdrage aan fijnstof van de veehouderij ligt bijna altijd in de buurt van het emissiepunt. Verder van het emissiepunt neemt de bijdrage aan de concentratie af. De afstand wordt steeds groter en de fijnstof bijdrage recht evenredig kleiner. Vanaf een bepaald punt is de bijdrage fijnstof van de veehouderij niet meer in betekenende mate.

Dit punt ligt voor de meeste veehouderijen op een afstand van maximaal een paar honderd meter. Vaak nog op veel kortere afstand. Het heeft vaak geen zin om nog onderzoek te doen op grotere afstanden. Het bevoegd gezag kan de vergunning op die afstanden met de NIBM toetsgrond verlenen.

Voorbeeld

Een veehouderij (zie onderstaand plaatje) heeft een uitbreiding in legkippen. Men toetst in eerste instantie op de omliggende blootgestelde plaatsen A op 50 en B op 60 meter. De bijdrage van de uitbreiding is op deze plekken 2 en 1,8 μg/m3. Deze is dus IBM. Er worden geen grenswaarden overschreden, dus op die plekken is er geen probleem.

voorbeeld 1 toepasbaarheid 1

Op 100 meter ligt nog een blootgesteld object C, in de nabijheid van een grote weg. De achtergrondconcentratie kan daar hoger zijn. Het is aan te raden om dit object ook mee te nemen in de toetsing.

Men berekent de bijdrage van de veehouderij op object C met ISL3a. Hieruit blijkt dat deze C 0,8 μg/m3 PM10 bedraagt. Dit is NIBM, dus het bevoegd gezag kan de vergunning verlenen. Verder weg dan C hoeft men geen berekening meer uit te voeren. De NIBM grens is al bij C bereikt. Op grotere afstand neemt de bijdrage af.

Dit laatste gaat niet altijd op in aangewezen gebieden. Daar gelden beperkingen op de NIBM toetsgrond.