Technieken fijnstof

De technieken zijn onder te verdelen in het voorkómen van de emissie van fijnstof door technieken in de stal. Of door zuivering van de uitgaande lucht (end-of-pipe).

Per techniek is een korte omschrijving gegeven van het werkingsprincipe, de uitvoering en het verwijderingsrendement. Daarnaast zijn overige milieueffecten, toepasbaarheid en benodigde arbeid en kosten vermeld.

Technieken kunnen ook worden gecombineerd. Een techniek in de stal kan bijvoorbeeld worden gecombineerd met een droogtunnel of een warmtewisselaar.

Strooiselschuif

Reductie 20%

Een beperkte laag strooisel vermindert het aantal stofdeeltjes in de stallucht.

Stoffilter

Reductie 1 - 95%

De uitgaande lucht gaat via een stoffilter die het stof afvangt.

Negatieve ionisatie

Reductie 49%

Stof hecht zich aan geaarde oppervlakken door aanbrengen van coronadraden met negatieve lading in de stal.

Negatieve ionisatie

Reductie 52%

Stof hecht zich aan geaarde oppervlakken door aanbrengen van coronadraden (prikkeldraad) met negatieve lading in de stal.

Warmtewisselaar met stoffilter

Reductie 1 - 95%

De stoffilter voor de warmtewisselaar vangt stof af.

Warmtewisselaar (zonder stoffilter)

Reductie 1 - 80%

Het stof in de uitgaande lucht blijft in de warmtewisselaar achter.

Positieve ionisatie met koolstofborsteltjes

Reductie 31%

Door positieve ionen in de stallucht klontert stof samen en valt op de grond.

Positieve ionisatie met ionisatieunits

Reductie 16%

Stof hecht zich aan het collectoroppervlak in de units en ander geaard oppervlak.

Luchtconditioneringsunit

Reductie 80%

Stof wordt opgenomen in condensatievocht en hecht zich aan de wanden van de unit.

Droogfilterwand

Reductie 40%

De stallucht wordt door een V-vormige filterwand afgevoerd.

Ionisatiefilter

Reductie 57%

De ventilatielucht wordt afgevoerd via een ionisatiefilter waaraan stofdeeltjes zich hechten.

Biofilter

Reductie 80%

In het filterpakket wordt ook stof afgevangen.

Luchtwasser

Reductie 33 tot 80%

Stallucht wordt door een waspakket geleid, waardoor fijnstof wordt meegevoerd met het waswater.

Droogtunnel

Reductie 30 - 55%

De uitgaande stallucht wordt door de mest geleid om de mest te drogen, waarbij fijnstof wordt afgevangen.

Mestdroogsysteem

Reductie 55%

De uitgaande stallucht wordt door de mest geleid om de mest te drogen, waarbij fijnstof wordt afgevangen.

Rekenmodel V-combistof

Met een combinatie van technieken kan een hogere reductie worden behaald. Met het rekenmodel Vee-combistof berekent u het reductiepercentage voor een combinatie van technieken.

Olierobot of monorail

Reductie 30%

Het vernevelen van olie (met robot of railsysteem) voorkomt dat stofdeeltjes in de stallucht komen.

Oliefilm drukleidingen

Reductie 54%

Het vernevelen van olie (met drukleidingen) voorkomt dat stofdeeltjes in de stallucht komen.

Oliefilm sproeikoppen

Reductie 15%

Het vernevelen van olie (via sproeikoppen) voorkomt dat stofdeeltjes in de stallucht komen.