OBM kleinschalig vergisten van mest

Voor het oprichten en uitbreiden van een kleinschalige mestvergister is een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) nodig. Het gaat om installaties voor het vergisten van alleen dierlijke mest met een verwerkingscapaciteit van maximaal 25.000 m3 per jaar.

Oprichten, uitbreiden en wijzigen

Bedrijven moeten voor het oprichten van een kleinschalige mestvergister naast een melding Activiteitenbesluit een OBM aanvragen bij het bevoegd gezag. Dit geldt voor installaties met een verwerkingscapaciteit van maximaal 25.000 m3 per jaar. Voor installaties met een hogere verwerkingscapaciteit is een omgevingsvergunning milieu nodig. Ook is een omgevingsvergunning milieu nodig bij het vergisten van andere stoffen dan dierlijke mest.

Een OBM is niet alleen nodig bij het oprichten van een kleinschalige mestvergister, maar ook bij latere wijzigingen:

  • het uitbreiden van de capaciteit van de mestvergister
  • het uitbreiden van de opslagcapaciteit voor vergistingsgas bij de mestvergister en
  • het wijzigen of uitbreiden van de bewerking van vergistingsgas bij de mestvergister

Toetsing op veiligheidsrisico

Het bevoegd gezag kan de OBM alleen weigeren bij een onaanvaardbaar risico voor de leefomgeving. De weigeringsgrond staat in artikel 5.13b lid 11 Bor.

Bij het beoordelen of de activiteit leidt tot een te groot veiligheidsrisico, wordt in ieder geval gekeken naar:

  1. de ligging van de risicocontour
  2. de invloed van risicovolle activiteiten in de omgeving op de installatie, en
  3. de kans op gevolgen van incidenten bij de installatie en de mogelijke gevolgen daarvan voor de leefomgeving

Besluit het bevoegd gezag dat de aanvraag niet leidt tot een onaanvaardbaar risico, dan verleent ze de OBM. Is de conclusie dat de aanvraag niet voldoet, dan weigert het bevoegd gezag de OBM. Op die locatie is deze oprichting, uitbreiding of wijziging niet mogelijk. Ook niet met een "normale" omgevingsvergunning milieu.

De risicocontour

De risicocontour staat in het Activiteitenbesluit (artikel 3.129f). De afstanden zijn ten minste:

  • 50 meter tussen een gaszak met vergistinggas en buiten de inrichting gelegen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Gerekend vanaf het middelpunt van de gaszak
  • 50 meter tussen een opslagtank voor vloeibaar biogas en buiten de inrichting gelegen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Gerekend vanaf het aftappunt van de opslagtank.

Uitzondering IPPC-installatie

De OBM is niet vereist als de activiteit deel uitmaakt van een IPPC-installatie. In dat geval moet de omgevingsvergunning milieu worden gewijzigd. Dit speelt bijvoorbeeld bij een veehouderij, die vanwege het aantal landbouwhuisdieren een IPPC-installatie is en een kleinschalige mestvergister bij het bedrijf wil plaatsen. In de mestvergister wordt mest vergist die (deels) afkomstig is van het bedrijf. De mestvergister maakt in dit geval deel uit van de IPPC-installatie, zodat de OBM niet geldt (Bor artikel 2.2a, negende lid) en voor de wijziging de omgevingsvergunning milieu blijft gelden (Bor artikel 2.4, tweede lid). De voorschriften van het Activiteitenbesluit voor het kleinschalig vergisten van mest zijn wél van toepassing.

Samenloop met andere OBM's

Voor veehouderijen met een kleinschalige mestvergister kan daarnaast een OBM voor milieueffectrapportage (m.e.r.) of een OBM voor fijnstof nodig zijn. De aantallen dieren zijn bij OBM fijnstof hoger dan bij 'm.e.r.-OBM'. Met andere woorden: er is eerder een 'm.e.r.-OBM' nodig dan een OBM fijnstof.

Onlosmakelijke samenhang van activiteiten?

Er kan bij het bouwen en oprichten van een monovergister sprake zijn van een onlosmakelijke samenhang van activiteiten. Er is bijvoorbeeld sprake van onlosmakelijkheid als naast een omgevingsvergunning milieu (OBM) ook een omgevingsvergunning voor het bouwen van een monovergister nodig is. Dit is ook het geval als een omgevingsvergunning voor het afwijken bestemmingsplan nodig is. De ene activiteit kan niet los van de andere worden uitgevoerd.

Onlosmakelijke activiteiten moeten gelijktijdig, in één aanvraag, worden aangevraagd. Opsplitsen in deelprojecten mag niet. Het is wel mogelijk deze activiteiten gefaseerd aan te vragen. Bijvoorbeeld het bouwen in fase 1 en de milieuvergunning (OBM) in fase 2. Zie ook: Wanneer is sprake van onlosmakelijkheid?

Meer informatie

Op de pagina over de OBM algemeen vindt u meer informatie over de procedure, de weigeringsgronden, het intrekken en handhaven van de OBM. Een juridisch overzicht specifiek voor het kleinschalig vergisten van uitsluitend dierlijke meststoffen (monovergisten) vindt u hier: OBM overzicht - Kleinschalig vergisten van mest.