Kenniscentrum InfoMil

Relatie Activiteitenbesluit en omgevingsvergunning milieu bij agrarische bedrijven

Voor veehouderijen met omgevingsvergunning milieu geldt maar een deel van paragraaf 3.5.8 van het Activiteitenbesluit. In plaats daarvan moet worden getoetst aan de Wet geurhinder en veehouderij en de Wet ammoniak en veehouderij.

Hieronder vindt u vragen en antwoorden over de relatie tussen het Activiteitenbesluit en de omgevingsvergunning milieu bij veehouderijen.

Voor algemene informatie over de verhouding omgevingsvergunning milieu- Activiteitenbesluit lees onze pagina's bij Integrale regels.

Kaasmakerij

Resultaten

Toets ik omgevingsvergunning milieu voor oprichting of wijziging van veehouderij type C aan de ammoniak- en geurvoorschriften van § 3.5.8 Activiteitenbesluit of aan de Wav/Wgv?

Een aanvraag omgevingsvergunning milieu voor een type C-bedrijf toetst u aan de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij, en dus niet aan het Activiteitenbesluit.

Wanneer geldt § 3.5.8 Activiteitenbesluit en wanneer toets ik ammoniak en geur in de omgevingsvergunning milieu met de Wav en Wgv?

De eisen van paragraaf 3.5.8 Activiteitenbesluit gelden voor type B-bedrijven, die volledig onder het Activiteitenbesluit vallen. Voor type C-inrichtingen gaat de toets met de omgevingsvergunning milieu aan de Wet geurhinder en veehouderij en de Wet ammoniak en veehouderij. Voor kinderboerderijen en vergelijkbare bedrijven gelden maar een paar geur- en ammoniakvoorschriften van paragraaf 3.5.8.

Wordt een veehouderij vergunningplichtig als hij niet voldoet aan de geur- en ammoniakvoorschriften van 3.5.8 Activiteitenbesluit?

Nee. U kunt handhaven op overtreden van het Activiteitenbesluit. De veehouderij wordt niet vergunningplichtig als hij niet voldoet aan de eisen voor geur en ammoniak, zoals vroeger onder bijvoorbeeld het Besluit landbouw.

Wanneer kan een agrarisch type C-bedrijf volstaan met een melding Activiteitenbesluit en wanneer is een omgevingsvergunning milieu nodig?

Veranderingen in de activiteiten waarvoor de voorschriften van hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit gelden, gaan met melding. Veranderingen in de activiteiten waarvoor voorschriften van de omgevingsvergunning milieu gelden, gaan via omgevingsvergunning milieu. Een uitzondering geldt voor paragraaf 3.5.8 van het Activiteitenbesluit voor het houden van dieren.

Heeft een IPPC-veehouderij voor elke uitbreiding in dieren een omgevingsvergunning milieu nodig?

Ja. Ook een wijziging die op zich niet de dierenaantallen waarvoor een omgevingsvergunning milieu verplicht is, overschrijdt. Melden is niet mogelijk.

Hoe gaat het als een veehouderij type B een type C-bedrijf wordt? Wat voor soort vergunning is nodig en wat moet ik daarin regelen?

Afhankelijk van wat de ondernemer gaat doen, is een melding voldoende of moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd, waarin dan ook eisen moeten komen.

Delen