Verviel de eerdere milieuvergunning, als de revisievergunning wel onherroepelijk was maar niet in werking door het ontbreken van de bouwvergunning door 8.4 en 20.8 Wet milieubeheer?
Vraag
Verviel de milieuvergunning al wanneer de revisievergunning onherroepelijk was geworden maar nog niet in werking is getreden, doordat de bouwvergunning nog niet was verleend?
Dit speelde onder de Wet milieubeheer zoals die gold vóór inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Antwoord
Nee. Hoewel de Wet mlieubeheer (Wm) dit destijds wel zo bepaalde, past de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State deze bepalingen anders toe.
Het voormalige artikel 8.4 Wm, vierde lid, bepaalde: "Een met toepassing van dit artikel verleende vergunning vervangt met ingang van het tijdstip waarop zij in werking treedt, de eerder voor de inrichting of met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde onderdelen daarvan verleende vergunningen. Deze vergunningen vervallen op het tijdstip waarop de met toepassing van dit artikel verleende vergunning onherroepelijk wordt. "
Artikel voormalige 20.8 Wm bepaalde: "In afwijking van artikel 20.3, eerste lid, eerste volzin , treedt een besluit als bedoeld in artikel 20.6, eerste lid , in gevallen als bedoeld in artikel 8.5, tweede lid , - waarin de vergunning betrekking heeft op het oprichten of veranderen van een inrichting, dat tevens is aan te merken als bouwen in de zin van de Woningwet - niet eerder in werking dan nadat de betrokken bouwvergunning is verleend."
Wanneer deze bepalingen letterlijk zouden worden gevolgd, dan zou volgens artikel 20.8 Wm de revisievergunning pas in werking treden als de bouwvergunning is verleend. Wanneer nu een revisievergunning onherroepelijk was geworden, maar nog niet in werking was getreden omdat de bouwvergunning niet was verleend, dan zou dat betekenen dat de aan de revisievergunning onderliggende vergunningen zouden zijn vervallen, terwijl de revisievergunning nog niet in werking was getreden en dus niet mocht worden gebruikt.
De Afdeling Bestuursrechtspraak past deze bepalingen dus anders toe. Kort samengevat vervalt zo'n eerder verleende vergunning pas, nadat de vervangende vergunning zowel onherroepelijk was geworden als in werking was getreden.
Bijvoorbeeld ABRvS 10 juli 2002, 200106376/2, ABRvS 17 juli 2002, 200104252/2 en ABRvS, 24 december 2003, 200307314.