200201107/1 Wierden
Onderwerp: Afstandsmeting, ziekenboeg, afleverruimte, stankhinder
Inleiding:
Aan de orde komt of een afleverruimte en een ziekenboeg moeten worden betrokken bij de beoordeling van stankhinder
Afdeling:
Bij de inrichting hoort een afleverruimte en een ziekenboeg. Ten aanzien van de afleverruimte overweegt de Afdeling dat is gebleken dat deze niet is ingericht als verblijfsruimte voor dieren. Deze afleverruimte wordt slechts een beperkt aantal keren per jaar gedurende een beperkt aantal uren gebruikt voor het laden van vleesvarkens en zeugen die van het bedrijf worden afgevoerd. De afleverruimte is terecht bij de beoordeling van stankhinder buiten beschouwing gelaten. Wat betreft de ziekenboeg: deze moet worden aangemerkt als stal waarin (zieke) dieren worden gehouden. De omstandigheid dat de ziekenboeg weinig intensief wordt gebruikt maakt dit niet anders. In de Brochure 1985 en de Richtlijn 1996 wordt slechts uitgegaan van de afstand van het dichtstbijgelegen emissiepunt tot het stankgevoelige object. De omvang van de stankemissie uit de stal waar het dichtstbijgelegen emissiepunt zich bevindt, is daarbij niet van belang. Anders dan verweerders hebben verondersteld moet de ziekenboeg derhalve worden betrokken bij de beoordeling van de stankhinder.
Delen
Brochure 1985
Brochure Veehouderij en Hinderwet 1985
Richtlijn 1996
Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996