199901803/2 Oostellingwerf
Onderwerp: Begrip inrichting, kleinschalig of hobbymatig gehouden dieren
Inleiding:
Het geschil spitst zich toe op de beantwoording van de vraag of het houden van paarden op een bepaald perceel als een inrichting bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wm is aan te merken. Gebleken is dat ter plaatse drie paarden en één pony worden gehouden. Op het perceel zijn boxen aanwezig voor zes paarden. In de resterende boxen worden af en toe paarden van derden gestald. Er wordt ten behoeve van de drafsport per jaar maximaal één veulen gefokt en aan derde verkocht.
Voorzitter:
Gelet op het aantal paarden en de beperkte omvang van de fokactiviteiten die daarmee worden ondernomen, alsmede in aanmerking genomen de beperkte omvang van de stallingsfaciliteiten voor derden ter plaatse en het incidentele gebruik dat daarvan wordt gemaakt, is de Voorzitter er niet van overtuigd dat sprake is van een bedrijfsmatig ondernomen bedrijvigheid of van een bedrijvigheid in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is. Het houden van deze paarden op het perceel is niet als een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wm aan te merken.