Melkrundvee

OBM-mer

Wanneer een OBM-mer nodig is, staat in artikel 2.2a lid 1 Bor. In dat artikel is melkrundvee niet genoemd. Dit betekent dat geen OBM-mer nodig is voor het houden van minder dan 200 melk- en kalfkoeien.

Vanaf 1 januari 2013 is een groot aantal veehouderijen onder algemene regels gebracht. De vergunningplicht voor die veehouderijen is vervallen. Hiermee zou er voor deze veehouderijen geen vergunningprocedure meer zijn om een vormvrije mer-beoordeling te doen. Om die reden staat het instrument van de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) voor de mer-beoordeling in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Voor de niet-vergunningplichtige veehouderijen beslist het bevoegd gezag of wel of niet een mer nodig is, via de OBM.

In het Bor staan ondergrenzen. Bij het bepalen van deze ondergrenzen is beoordeeld dat onder deze grenzen geen sprake is van 'intensieve veeteeltbedrijven' zoals bedoeld in de mer-richtlijn.

Vormvrije mer-beoordeling

Om dezelfde reden dat er geen OBM-mer nodig is, is voor melkrundvee ook geen vormvrije mer-beoordeling nodig.