Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets
Voor een aantal activiteiten uit het Activiteitenbesluit hebben bedrijven toestemming van het bevoegd gezag nodig voordat ze kunnen starten met deze activiteiten. Deze "toestemming vooraf" is de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). De OBM bestaat uit een toestemming of een weigering. Het bevoegd gezag kan geen voorschriften aan de OBM verbinden. Dit staat in artikel 5.13a van het Besluit omgevingsrecht (Bor).
De noodzaak van een OBM volgt uit artikel 2.1 lid 1i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en artikel 2.2a van het Bor. Artikel 2.2a noemt de gevallen waarin een OBM nodig is. Op welk aspect het bevoegd gezag de OBM kan weigeren staat in artikel 5.13b van het Bor.
Bij OBM: is er sprake van een aanvaardbaar hinderniveau?
Alleen bij de activiteit verwerking van polyesterhars is een OBM nodig op basis van het aspect geur. Het bedrijf heeft naast de meldingsplicht ook de plicht voor het aanvragen van een OBM. Het bevoegd gezag bepaalt of de activiteit past in de lokale situatie.
Hiervoor beoordeelt het bevoegd gezag of een aanvaardbaar hinderniveau haalbaar is bij uitvoering van de activiteit. Een hulpmiddel hierbij is de webpagina 'Bepalen van het aanvaardbaar hinderniveau'. Voldoet de activiteit aan het aanvaardbaar hinderniveau voor geur, dan staat het bevoegd gezag de activiteit toe. De OBM geeft aan dat het bedrijf de activiteit mag uitvoeren. De voorschriften uit het Activiteitenbesluit gelden dan voor die activiteit. Eventueel aanvullend maatwerk legt het bevoegd gezag niet vast in de OBM, maar in een maatwerkbesluit.
Activiteit niet toestaan
Artikel 5.13b van het Besluit omgevingsrecht (Bor) geeft aan op welk aspect het bevoegd gezag een OBM kan weigeren. Weigering van de OBM voor de activiteit Verwerken van polyesterhars kan alleen op basis van het geuraspect. Het bevoegd gezag beoordeelt het hinderniveau dan als onaanvaardbaar en geeft geen OBM af. Het bedrijf mag de activiteit niet uitvoeren.