ABRvS 200506157/1, 5 april 2006 (FOC Roosendaal)

Essentie: Bij saldering op grond van artikel 7, derde lid, onder a, van het Besluit luchtkwaliteit 2005 (nu Wm art. 5.16 lid 1 onder b sub 1) komt wel betekenis toe aan een toename van de jaargemiddelde concentratie zwevende deeltjes met tenminste circa 0,1 microgram per m3.

Toetsingskader: Besluit luchtkwaliteit 2005 (artikel 7 lid 3)

Betreft: Besluit vangemeente Roosendaal (B&W) tot verlening van vrijstelling en bouwvergunning aan een Factory Outlet Center

Relevante overwegingen:
2.42.1. De tekst van het Blk 2005, noch de Nota van toelichting hierop, bevat enig aanknopingspunt voor het standpunt van het college dat wordt voldaan aan artikel 7, derde lid, onder a, van het Blk 2005 wanneer het aantal dagen dat de vierentwintig-uurgemiddelde grenswaarde wordt overschreden, gelijk blijft. Bepalend is of de concentratie zwevende deeltjes in de buitenlucht ten minste gelijk blijft. Dat is hier niet het geval. Op de dagen waarop het FOC in bedrijf is, zal de concentratie zwevende deeltjes toenemen als gevolg van de bijdragen van het daaraan verbonden verkeer. Uit de aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde rapporten blijkt dat deze bijdragen in 2007 jaargemiddeld op één meetpunt leiden tot een verhoging van de concentratie met ten minste circa 0,1 microgram per m³, ongeacht of bij de berekening de zogenoemde zeezoutaftrek wordt toegepast. Deze toename is niet zodanig gering dat zou kunnen worden geoordeeld dat - zoals aan de orde was in de uitspraak van de Afdeling van 18 januari 2006, zaak no. 200507534/1 - er bij de toetsing aan artikel 7 van het Blk 2005 geen betekenis aan behoeft te worden toegekend. Het college is er ten onrechte van uitgegaan dat wordt voldaan aan artikel 7, derde lid, onder a, van het Blk 2005.

Datum uitspraak:
5 april 2006
Zaaknummer:
200506157/1
Vindplaats:
www.raadvanstate.nl