Jurisprudentie luchtkwaliteit: belangenafweging/Goede RO
Op deze pagina staat relevante jurisprudentie over luchtkwaliteit, deelonderwerp belangenafweging/goede ruimtelijke ordening.
Tot en met augustus 2016 heeft InfoMil de jurispudentie over luchtkwaliteit bijgehouden, daarna hebben we geen uitspraken meer toegevoegd.
Resultaten
- Als een bestemmingsplan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging, kan toch een luchtkwaliteitsbeoordeling nodig zijn voor een goede ruimtelijke ordening. Daarbij staat dan de vraag centraal, of de nieuwe bestemmingen aanvaardbaar zijn bij de bestaande luchtkwaliteit. Daarnaast moet het plan voldoen aan het Besluit gevoelige bestemmingen.
- Er is geen dreigende overschrijding van de grenswaarden, als de concentraties net onder de grenswaarden liggen en bovendien de verwachte toekomstige concentraties lager liggen.
Essentie:
- Bij een gemeentelijke weg zijn de bepalingen van het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) niet van toepassing.
- Het advies van de GGD is in het gemeentelijk beleid opgenomen en in deze situatie toegepast; er is geen strijd met een goede ruimtelijke ordening.
ABRvS 201011757/1/R1 en 201012728/1/R1, 7 december 2011 (Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg)
Essentie: Aangezien de school op meer dan 50 meter van de rand van een provinciale weg is gelegen, is het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) niet van toepassing. Wel blijft het beginsel van een goede ruimtelijke ordening onverkort van kracht. Aan gezondheidskundige overwegingen hoeft echter niet altijd een doorslaggevende betekenis te worden toegekend; in de planprocedure blijft ruimte voor een nadere afweging. In deze situatie is niet aannemelijk gemaakt dat het plan leidt tot een zodanige verslechtering van de luchtkwaliteit dat dit leidt tot gezondheidsrisico's voor de kinderen op de school. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat er geen overschrijdingen van grenswaarden te verwachten zijn, en dat de afstand van 277 meter tot de rand van de weg fors ruimer is dan de 50 meter uit het Besluit gevoelige bestemmingen.
Essentie: Deze woningbouwlocatie blijft ruim onder de 1500 woningen. Het plan draagt daarom niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Daarom was geen aanvullende beoordeling nodig om te toetsen het plan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, als gevolg van negatieve effecten op de luchtkwaliteit.
Essentie: Hoewel geen expliciete wettelijke verplichting bepaalt dat in deze situatie rekening gehouden moet worden met de luchtkwaliteit, moet het bevoegd gezag in het kader van een goede ruimtelijke onderbouwing wel aandacht besteden aan de luchtkwaliteit, temeer nu eiser nadrukkelijk op dit punt heeft gewezen. Als aannemelijk is dat op de nieuwe, voorheen uitgezonderde objecten de grenswaarden (mogelijk) worden overschreden, dan kan dit een reden zijn de vrijstelling te weigeren of enkel te verlenen onder bepaalde voorwaarden. Uitspraak blijft in hoger beroep op dit onderdeel in stand. (ABRvS 201109676/1/A1).
Essentie:
- De verkeersintensiteiten kunnen voor luchtkwaliteit anders zijn dan voor geluid, vanwege de verschillen in beoordelingssystematiek.
- Nu geen sprake is van (dreigende) grenswaardenoverschrijding, hoeft het bevoegd gezag niet nader te motiveren waarom vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening een naschoolse opvang op die plek aanvaardbaar is.
Essentie: Bij (ruime) onderschrijding van de grenswaarden hoeft het bevoegd gezag niet nader te motiveren waarom het uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar is dat ter plaatse kinderen verblijven.
Essentie:
- Het bevoegd gezag hoefde in het luchtkwaliteitsonderzoek geen rekening te houden met ontwikkelingen, die ten tijde van het besluit onvoldoende concreet waren.
- Als voldaan wordt aan de wettelijke grenswaarden voor luchtkwaliteit is een belangenafweging door de gemeente in zoverre niet noodzakelijk.
Essentie:
- Geen strijd met een goede ruimtelijke ordening; het bevoegd gezag had zich in redelijkheid op zijn standpunten kunnen stellen.
- Overgangsrecht luchtkwaliteit: omdat het moederplan ten tijde van het Besluit luchtkwaliteit 2005 is vastgesteld, is op het uitwerkingsplan en de goedkeuring daarvan het Besluit luchtkwaliteit 2005 van toepassing.
Essentie: Hoewel het Besluit luchtkwaliteit 2005 niet aan de planrealisering in de weg staat, moet het bevoegd gezag motiveren dat het plan in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening is.