ABRvS 201005957/1/M2, 16 februari 2011 (Pluimveehouderij Weert)
Essentie: Aangezien op het betreffende perceel (tuin of weiland) geen significante blootstelling plaatsvindt, hoeft ter plaatse de luchtkwaliteit niet beoordeeld te worden.
Toetsingskader: Wet milieubeheer (artikel 5.16), Regeling beoordeling luchtkwaliteit
Betreft: Besluit van gemeente Weert (B&W) tot verlening van een revisievergunning voor een pluimveehouderij
Relevante overwegingen:
2.8.3. Het college stelt dat het door [appellant] en anderen als tuin behorende bij de [locatie 4] aangemerkte perceel een weiland betreft. Ter plaatse van dit weiland is volgens het college geen sprake van een significante blootstelling aan concentraties van zwevende deeltjes (PM10) ten opzichte van de middelingstijd hiervan, zodat overeenkomstig artikel 22 van de Regeling op dit perceel geen beoordeling van de luchtkwaliteit behoefde plaats te vinden.
2.8.4. Uit hetgeen [appellant] en anderen onder meer ter zitting hebben aangevoerd is niet gebleken dat de blootstelling ter plaatse van het desbetreffende, door [appellant] en anderen als tuin aangemerkte, perceel, daargelaten of deze aanduiding juist is, significant is ten opzichte van de middelingstijd van zwevende deeltjes (PM10). Gelet op artikel 22 van de Regeling is het college er daarom terecht van uitgegaan dat geen beoordeling van de luchtkwaliteit behoefde plaats te vinden ter plaatse van dit perceel.