Op welke Europese richtlijnen is de Nederlandse wetgeving over luchtkwaliteit gebaseerd?

Vraag

Op welke Europese richtlijnen is de Nederlandse wetgeving over luchtkwaliteit gebaseerd?

Antwoord

De Nederlandse wetgeving op het gebied van luchtkwaliteit is gebaseerd op de EU richtlijn 2008/50/EG.

Het doel van richtlijn 2008/50/EG is de luchtvervuiling in Europa terug te dringen. Dat beperkt de schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu tot een minimum. Deze richtlijn brengt eerdere Europese richtlijnen in één richtlijn samen. Zonder de bestaande doelstellingen voor de luchtkwaliteit te veranderen. Het gaat hierbij om de volgende richtlijnen:

  • de EU kaderrichtlijn 96/62/EG;
  • de eerste dochterrichtlijn (1999/30/EG) met eisen aan de concentraties voor fijnstof (PM10), stikstofdioxide (NO2), stikstofoxiden (NOX), zwaveldioxide (SO2) en lood;
  • de tweede dochterrichtlijn (2000/69/EG) met eisen aan de concentraties benzeen (C6H6) en koolmonoxide (CO);
  • de derde dochterrichtlijn (2002/3/EG) met eisen aan de concentraties ozon (O3).

De vierde dochterrichtlijn 2004/107/EG uit 2004 is niet in die richtlijn meegenomen. De vierde dochterrichtlijn gaat over arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht.

De luchtkwaliteitseisen en verplichtingen uit de Europese richtlijnen zijn opgenomen in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5, titel 5.2 Wm). Nederland heeft in juli 2008 derogatie aangevraagd voor PM10 en NO2. De Europese Commissie heeft dit verzoek in april 2009 gehonoreerd. Richtlijn 2008/50/EG en de verkregen derogatie zijn op 1 augustus 2009 geïmplementeerd in de Wet milieubeheer.