II Reikwijdte beleid

De aanpassingen zoals gedaan in de brief van 21 maart jl. hebben geen gevolgen voor de bestaande richtlijnen en algemene maatregelen van bestuur ex artikel 8.40 Wet milieubeheer. Dit betreft de afstandsrichtlijn voor de veehouderij (1985), de richtlijn autospuiterijen, het Besluit voor de brood- of banketbakkerijen milieubeheer (Stb. 87, 470), het Besluit slagerijen milieubeheer (Stb. 87, 471) en het Besluit horecabedrijven milieubeheer (Stb. 92, 298). In het algemeen overleg met de Tweede Kamer is uitgesproken dat het regime van de bestaande AMvB's en richtlijnen gehandhaafd blijft.

Landbouw

Bij de beoordeling van een aanvraag voor een vergunning voor een veehouderijbedrijf speelt het aspect stankoverlast een belangrijke rol. Om hiervoor de gewenste duidelijkheid en uniformiteit te bereiken is de zogenoemde stankrichtlijn opgesteld. Deze richtlijn is voor het eerst verschenen in de eerste editie van de Brochure Veehouderij en Hinderwet van 1976. In de tweede uitgave van deze brochure is de richtlijn opnieuw opgenomen met een meer uitgebreide lijst van omrekeningsfactoren. Bij de toepassing van de richtlijn in de praktijk blijkt dat stankoverlast voor omwonenden over het algemeen in voldoende mate wordt voorkomen. Momenteel wordt in het kader van een actualisatie van de omrekenings-factoren onderzocht wat de invloed is van de emissie-beperkende technieken (bijvoorbeeld emissie-arme stalsystemen) op de geuremissie en daarmee op de afstandsrichtlijn. Ook vindt actualisatie plaats wat betreft nog ontbrekende diersoorten in de omrekeningsfactoren. Ik verwacht dat de eerste resultaten hiervan begin 1996 bekend zullen zijn.

Verkeer

De bijdrage van het verkeer aan de totale geurhinder in Nederland is aanzienlijk: 35% van de gehinderden geeft aan dat het verkeer de bron van hinder is. Uit onderzoek is gebleken dat deze hinder voor het grootste deel in de grote steden wordt ondervonden en dan voornamelijk op straat. Blootstellingsgegevens in de vorm van geurconcentraties ontbreken nog. Hiernaar is onderzoek gestart. Naar verwachting zal dit onderzoek in de loop van 1995 gereed zijn. Vervolgens zal worden bezien of vervolgonderzoek vanwege kennishiaten noodzakelijk is. In de tweede helft van 1996 zal bekend zijn of nadere beleidsformulering voor stank door verkeer noodzakelijk is; het formuleren van een zogenaamd beleidsstandpunt.

Huishoudens

Stank van huishoudens is voornamelijk afkomstig van houtkachels, open haarden, barbecues, compostvaten en het gescheiden opslaan van huishoudelijk afval. Over de mate waarin deze bronnen een bijdrage aan stank leveren bestaat onvoldoende inzicht. Voor houtkachels worden, mede in het kader van vermindering van de uitworp van PAK's (polycyclische aromatische koolwaterstoffen), specifieke maatregelen voorbereid. Daartoe behoort een typekeuringsregeling voor houtkachels die naar verwachting in 1996 in werking zal treden. De VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) heeft in augustus 1994 een brief aan gemeenten over de aanpak van overlast van open haarden en houtkachels gezonden.

Doelgroepenbeleid industrie

in het kader van de uitvoering van het stankbeleid vast te stellen maatregelen hebben doorwerking voor die bedrijfstakken waarvoor een convenant in het kader van het doelgroepenbeleid is afgesloten. De uitvoering van de convenanten vindt plaats door middel van bedrijfsmilieuplannen die de bedrijven eens in de vier jaar opstellen. De uitvoering van het stankbeleid zoals verwoord in deze brief, zal voor deze bedrijven plaatsvinden in het kader van het opstellen en beoordelen van de bedrijfsmilieuplannen.Voor wat betreft de wijze van doorvertaling naar vergunningen blijven de afspraken die in het kader van het doelgroepenbeleid industrie zijn gemaakt gehandhaafd. Dit betekent dat als een bedrijf beschikt over een goedgekeurd bedrijfsmilieuplan dit bedrijfsmilieuplan uitgangspunt is voor de vergunningverlening. Voor bedrijfstakken waarvoor werkboeken als hulpmiddel voor het opstellen van bedrijfsmilieuplannen zijn of worden opgesteld (voorlopig betreft dit de grafische industrie, de metaal- en elektrotechnische industrie, de textiel- en tapijtindustrie en de vleesindustrie) zal de uitwerking van het stankbeleid integraal worden overgenomen in het werkboek.