Melding vanwege het Activiteitenbesluit
Meldingsplicht
De meldingsplicht geldt voor activiteiten uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Een bedrijf die een dergelijke activiteit begint of wijzigt, meldt dit aan het bevoegd gezag. Deze melding vindt tenminste vier weken voor de start van de activiteit plaats. Het bevoegd gezag gaat na of de gemelde activiteiten mogelijk geur veroorzaken. Meer informatie over melden staat op een aparte webpagina.
Melding volledig?
Het bevoegd gezag wil duidelijk krijgen of geuroverlast te verwachten is en welke maatregelen het bedrijf toepast.
In artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit staan de meldingvereisten. Voor geur is vooral het derde lid onder d van artikel 1.10 van belang. Voor geurrelevante activiteiten kunnen aanvullende meldingseisen gelden. Deze staan in artikel 1.17 van het Activiteitenbesluit.
Het bevoegd gezag toetst de melding op volledigheid. De verplichte meldingsgegevens omvatten onder andere:
- de aard en omvang van de activiteiten en processen in de inrichting. Zie ook vraag en antwoord over aard en omvang.
- de indeling en uitvoering van de inrichting
- situatieschets
Dit biedt de mogelijkheid om informatie op te vragen over de geurbeperkende voorzieningen. Voorbeelden van geurbeperkende voorzieningen zijn afzuiging, ontvetting, ontgeuring en verhoogde afvoer.
De melding geeft ten minste aan of het bedrijf een bovendakse afvoer of een ontgeuringsinstallatie installeert bij activiteiten die dit in de voorschriften verplicht stellen. Ook geeft de melding de plaats en frequentie van de relevante geurbronnen aan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
- opslag en afvoer van (slacht)afval
- afvoer van dampen van bereiding van voedingsmiddelen of coatingprocessen.
Uit de situatieschets blijkt waar de meest nabije bebouwing ligt. Ook blijkt uit de situatieschets of gebouwen op zeer korte afstand (< 25 m) liggen. Gebouwen op zeer korte afstand kunnen de geurverspreiding beïnvloeden.
Voldoet aan voorschriften?
Het bevoegd gezag gaat na of het bedrijf voldoet aan de voorschriften. Bijvoorbeeld: is een bovendakse afvoer of een doelmatige ontgeuringsinstallatie geïnstalleerd? Raadpleeg ook de pagina's die per activiteit uit het Activiteitenbesluit een uitgebreide toelichting geven op de voorschriften. Voor een goede beoordeling van de situatie, kan een bezoek ter plaatse zinvol zijn.
Mogelijk geeft het bedrijf onvoldoende zekerheid over het onderhoud van de ontgeuringsinstallatie. In dat geval kan het bevoegd gezag overwegen om in maatwerkvoorschriften verdere eisen te stellen aan het onderhoud.
Het bevoegd gezag heeft na de melding vier weken de tijd om de melding te beoordelen. Naast een melding kan voor een activiteit ook een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig zijn. Voor de beoordeling van een OBM geldt een termijn van 8 weken. Deze termijn kan het bevoegd gezag verlengen met 6 weken.
Aanvullende informatie opvragen
Blijkt dat de meldingsgegevens niet volledig zijn, dan vraagt het bevoegd gezag aanvullende informatie op bij het bedrijf.
Mogelijk blijkt uit de melding dat het bedrijf een voorgeschreven maatregel niet uitvoert. Het bevoegd gezag wijst het bedrijf dan op deze verplichting. Het bevoegd gezag kan hierop ook handhaven.