Dubbeltelling en cumulatie
Bij een toets aan de grenswaarden moet de concentratie fijnstof op het toetspunt bepaald worden. Daarbij moet het bevoegd gezag de eisen uit de Regeling beoordeling luchtkwaliteit (Rbl) volgen.
In deze regeling staat onder andere:
- gebruik van GCN voor de achtergrondconcentratie
- verplicht cumulatief toetsen
- correctie voor dubbeltelling
Cumulatief toetsen
Rondom een bepaald toetspunt kunnen meerdere bronnen aanwezig zijn die de luchtkwaliteit negatief beïnvloeden.
In bepaalde gevallen is het verplicht om bij toetsing van een veehouderij omliggende veehouderijen in een straal van 500 meter in te voeren in het rekenprogramma ISL3a. Dit staat in de wijziging van de Rbl die per 1 januari 2019 in werking is getreden.
De ISL3a-berekening is hetzelfde als bij het berekenen van een enkele veehouderij. Het verschil is dat u bij de invoer van bronnen niet alleen de bronnen van de te beoordelen veehouderij invoert, maar van alle veehouderijen met een relevante emissie binnen 500 meter. Dit hoeft u niet te doen bij alle veehouderijen, alleen bij veehouderijen die een aanvraag indienen met een totale fijnstof emissie van meer dan:
- 500 kg/jaar als de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 µg/m3, of
- 800 kg/jaar ongeacht de achtergrondconcentratie
De relevante omliggende veehouderijen die u moet invoeren zijn beperkt tot de veehouderijen met een minimale emissie fijnstof van:
- 500 kg/jaar in het geval de aanvrager ligt in een gebied met achtergrondconcentratie hoger dan 27 µg/m3
- 800 kg/jaar in alle andere gevallen
In de praktijk zal de extra invoer nodig zijn als 2 of meer pluimveebedrijven en/of grote varkenshouderijen binnen 500 meter van elkaar liggen.
Een stappenplan laat zien hoe u deze toets kunt uitvoeren.
Cumulatie met overige bronnen
De verplichting in de Rbl om gedetailleerd te rekenen gaat alleen over andere veehouderijen. Andere bronnen hoeft u niet verplicht mee te nemen. Dat mag wel, bijvoorbeeld als er een grote (industriële) bron met een groot effect binnen een straal van 500 meter van de te toetsen veehouderij ligt. Dan kan het verstandig zijn deze bron ook in te voeren in ISL3a.
In zaak ABRvS nr. 201000770/1/M2 van 29 december 2010 (varkenshouderij Nederweert) ligt een autosnelweg binnen 1 km van de veehouderij. Het effect ervan op de luchtkwaliteit hoeft het bevoegd gezag niet mee te nemen bij de beoordeling van de gevolgen van de varkenshouderij op de luchtkwaliteit.
Correctie dubbeltelling
Bij veel veehouderijen is de emissie van de huidige situatie al (uitgevlakt) in de achtergrondconcentratie verwerkt. Als u de emissie van de aangevraagde situatie optelt bij de achtergrondconcentratie telt u (ISL3a) de veehouderij dubbel mee. Hierdoor berekent u dus een overschatting van de werkelijke concentratie. Het is mogelijk om hiervoor te corrigeren.
Een dubbeltellingscorrectie is niet verplicht. Voer deze alleen uit wanneer deze correctie nog invloed heeft op het wel of niet overschrijden van de norm. Correctie voor dubbeltelling is alleen terecht als u het effect van een wijziging bij een bestaand bedrijf berekend. Bedrijven die nieuw zijn, of minder dan 1 of 2 jaar geleden zijn opgericht, zijn nog niet verwerkt in de GCN. Correctie voor dubbeltelling zou dan tot onderschatting van de concentraties leiden.
In de Rbl 2007 staat dat u voor dubbeltelling mag corrigeren met de aangewezen tool. Deze tool en een werkwijzer vindt u op de pagina over ISL3a. De werkwijzer beschrijft hoe u de tool kunt gebruiken bij dubbeltellingscorrectie voor meerdere veehouderijen tegelijk (cumulatie).
Overschrijdingen op bedrijfswoningen van naastgelegen inrichtingen
Mogelijk berekent u bij de cumulatieve toetsing van een vergunningaanvraag of OBM van veehouderij X een overschrijding op de bedrijfswoning van nabijgelegen veehouderij Y. In dat geval is het nodig om voor deze bedrijfswoning de berekening nogmaals uit te voeren. Bij de cumulatieve berekening zijn namelijk de emissies uit stallen die horen bij bedrijfswoning Y ook ingevoerd. Maar bedrijfswoning Y hoeft niet te worden beschermd tegen de belasting van fijnstof van de eigen veehouderij Y.
De berekening van de belasting fijnstof op bedrijfswoning Y moet dan worden uitgevoerd zonder de stallen van veehouderij Y. Blijkt uit die berekening dat door de aangevraagde wijziging van veehouderij X een overschrijding ontstaat? Dan mag nog dubbeltelling worden toegepast omdat de stallen van veehouderij Y nog wel in de achtergrondconcentratie zitten. Pas als daarna nog steeds sprake is van een overschrijding op bedrijfswoning Y, die wordt veroorzaakt of verergerd door de aangevraagde wijziging, kan de vergunning voor veehouderij X niet worden verleend.