6.3.4 Warmte-inhoud
Het Nieuw Nationaal Model bepaalt uit het debiet en het temperatuurverschil tussen de afgassen en de omgevingslucht de warmte-inhoud van de pluim.
Daarnaast kan de gebruiker ook zelf een warmte-inhoud invoeren. In dat geval wordt met deze warmte-inhoud gerekend, en niet met de door het model berekende warmte-inhoud. Als de gebruiker dus bewust met een pluim zonder warmte-inhoud wil rekenen, kan men voor de warmte-inhoud ‘0 MW’ invoeren.
Formule
Als de gebruiker de warmte-inhoud (in MW) zelf wil berekenen, dan kan deze met de onderstaande formule worden bepaald.
ro = dichtheid van het rookgas (vastgesteld op 1.293 kg/m3) bij temperatuur Ta
Cp = specifieke warmte van het rookgas bij constante druk (= 1068 J/kg.K)
V0 = volume debiet (m03/s)
T = temperatuur van de emissie (K)
Ta = temperatuur van de omgevingslucht (jaargemiddelde is 285K)
Zoals de parameterwaardes al laten zien, wordt aangenomen dat het rookgas voornamelijk uit lucht bestaat met beperkte hoeveelheden CO2 en H2O.
Buitentemperatuur
De warmte–inhoud kan op twee manieren worden opgegeven: als een vaste jaarwaarde, of als een waarde die van uur tot uur varieert. Voor grote bronnen (centrales, grote industrieën) zullen deze variaties niet erg relevant zijn, maar in veel gevallen (kassen, ruimteverwarmingsketels) is de warmte emissie sterk afhankelijk van de buitentemperatuur. In deze gevallen kan het beter zijn om de warmte-emissie per uur te laten berekenen of deze zelf op te geven via een apart emissie-bestand. Raadpleeg hiervoor de documentatie van de implementaties.
Met de rekenhulp (xlsx, 263 kB) en bijbehorende toelichting (docx, 21 kB) kunt u voor de emissiesituatie de correcte warmte-inhoud berekenen.
U vult hiervoor twee gasparameters in: volumedebiet en rookgastemperatuur. Ook geeft u de gassamenstelling op: percentages koolstofdioxide, waterdamp en zuurstof.
De rekensheet berekent vervolgens de warmte-inhoud (in MW) en de Cp-waarde.