Wet- en regelgeving

Er is geen milieuregelgeving op het gebied van hoogspanningslijnen. De afweging over het mogelijk maken van een nieuwe hoogspanningslijn of  het realiseren van gevoelige functies bij een hoogspanningslijn vindt plaats in het kader van de Wro of Wabo.

Bij het opstellen van een bestemmingsplan of ruimtelijke onderbouwing voor een omgevingsvergunning moet aangetoond worden dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

Hoogspanningslijnen en de zakelijk rechtstrook

Op basis van het privaatrecht is er aan weerszijden van een hoogspanningslijn meestal sprake van een zakelijk rechtstrook. Hierbinnen geldt een recht van opstal. Dit recht is meestal gevestigd door de beheerder van de hoogspanningslijn, het distributiebedrijf. Als dit het geval is, wijken de belangen van de eigenaar van het terrein voor het belang van de beheerder van de hoogspanningslijn.

Naast het recht van opstal voor de elektriciteitsmast op het perceel is dan meestal ook geregeld dat er een strook grond aan weerszijden van de lijn moet worden vrijgehouden: de zakelijk rechtstrook.

Het opstalrecht kan regelen dat er geen bouwwerken gebouwd mogen worden. Dit kan gelden voor zowel vergunningplichtige als vergunningvrije bouwwerken.

De breedte van deze vrij te houden zakelijk rechtstrook is afhankelijk van de capaciteit en de uitvoering van de hoogspanningslijn. Voor de juiste breedte van de zakelijk rechtstrook is het van belang contact op te nemen met de leidingbeheerder. In onderling overleg kan de beheerder van een hoogspanningslijn aan de terreineigenaar een gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen.

Op de website van het RIVM is een overzicht opgenomen van het netwerk van hoogspanningslijnen in Nederland.

Hoogspanningslijnen niet meer in bouwverordening

Door wijziging van de woningwet is een deel van de bouwverordening vervallen. Het gaat om de stedenbouwkundige bepalingen. Daarbij horen ook de bepalingen over hoogspanningslijnen.

In de modelbouwverordening stond dat het verboden is bouwwerken te bouwen binnen een afstand van 6 meter van de draden voor stroomgeleiding. Bij het bepalen van deze afstand moest rekening worden gehouden met het uitzwaaien van de draden door de wind. Het artikel gold niet bij bouwwerken die bij de hoogspanningslijn zelf horen.

Als het gewenst is om wat te regelen over hoogspanningslijnen, dan moet dit in het bestemmingsplan komen.


Hoe werkt het onder de omgevingswet