Milieueffectrapportage en gemeentelijke wegen

Bij de wijziging van gemeentelijke wegen of de aanleg van nieuwe gemeentelijke wegen kan een milieueffectrapportage nodig zijn op basis van het Besluit Mer.

Voor de vraag of er sprake is van een m.e.r.-(beoordelings)plicht, zal in eerste instantie moeten worden getoetst aan de activiteitomschrijvingen in kolom 1 en 2 van onderdeel C, onder 1.2 of 1.3, of onderdeel D, onder 1.1 of 1.2 van de bijlage bij het Besluit m.e.r.. De genoemde activiteitenomschrijvingen gaan over autosnelwegen, autowegen of wegen waarin vier rijstroken of meer zijn voorzien.

Bij C1.2 gaat over de aanleg van een autoweg of autosnelweg. In deze gevallen geldt een m.e.r.-plicht bij onder andere het op te stellen bestemmingsplan of de structuurvisie.

D1.1 gaat over de wijziging van een autoweg of autosnelweg. Uit kolom 2 blijkt dat er sprake is van een m.e.r.-beoordelingplicht als de ingreep 5 kilometer of langer is.

Wanneer er sprake is van een auto(snel)weg kunt u nalezen op het Infoblad Auto(snel)wegen (categorie D1.1 en C1.2).

Uit D1.2 en C1.3 blijkt dat sprake kan zijn van een m.e.r.-beoordelingsplicht of m.e.r.-plicht bij:

  • de aanleg, wijziging of uitbreiding van een weg bestaande uit vier of meer rijstroken (geen autosnelweg of autoweg), of
  • de verlegging of verbreding van bestaande wegen van twee rijstroken of minder tot wegen met vier of meer rijstroken (geen autosnelweg of autoweg)

Kolom 2 van C1.3 geeft aan dat er sprake is van een m.e.r.-plicht als de tracélengte 10 kilometer of langer is. Uit kolom 2 bij D1.2 blijkt dat een m.e.r-beoordelingsplicht geldt bij een tracélengte van 5 kilometer of meer.

Meer informatie


Hoe werkt het onder de Omgevingswet?