Ruimtelijke onderbouwing horeca
Bij een wijziging van een bestemmingsplan of omgevingsvergunning afwijken hoort een ruimtelijke onderbouwing. Hieruit moet blijken of de (aanpassing van de) horeca goed is in te passen in de omgeving en er geen belemmeringen zijn. Er moet sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening. Bij horeca zijn verschillende omgevingsaspecten van belang. In ieder geval geluid, geur, luchtkwaliteit, externe veiligheid en natuur. Maar ook andere omgevingsaspecten kunnen relevant zijn.
Hoe werkt het onder de Omgevingswet?
Omgevingsaspecten
Milieuzonering horeca
Er moet sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening. Een belangrijk hulpmiddel hierbij zijn de Handreiking bedrijven en milieuzonering van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) en de Lijst van Horeca-activiteiten.
Geluid
Een horecabedrijf kan effect hebben op de geluidbelasting op gevoelige functies, zoals woningen en maatschappelijke voorzieningen in de omgeving. Van belang hierbij zijn vooral het geluid van mensen en muziek (op het terras).
Geur
Het realiseren of wijzigen van een horecabedrijf kan effect hebben op de geurhinder van geurgevoelige objecten in de omgeving, zoals woningen.
Verkeer en parkeren
Nieuwbouw van bedrijven leidt vaak tot extra verkeer. Goede bereikbaarheid en voldoende parkeerplaatsen zijn belangrijk. Er mag geen probleem ontstaan met de verkeersafwikkeling.
Natuur
De realisatie of wijziging van een horecabedrijf kan een negatief effect hebben op flora en fauna en de instandhouding van natuurgebieden. Dit kan het gevolg zijn van het slopen van bebouwing of rooien van beplanting of de toename van stikstof door bijvoorbeeld extra verkeer.
Externe veiligheid
Horecabedrijven kunnen aangemerkt worden als (beperkt) kwetsbaar object. Bijvoorbeeld als er veel bezoekers komen. Horeca is dan niet zomaar mogelijk bij bronnen van externe veiligheid, zoals bevi-inrichtingen of transport van gevaarlijke stoffen.
Luchtkwaliteit
De realisatie of wijziging van een horecabedrijf kan effect hebben op de luchtkwaliteit in de omgeving. Het gaat daarbij om uitstoot van fijnstof door extra verkeer.
Ruimtelijke inpassing
De ontwikkeling moet goed ruimtelijk in te passen zijn op de locatie. Ruimtelijke inpassing is een breed begrip. Het gaat erom of een functie past op een locatie, qua afstand tot omgeving, groene inpassing, etc.
Overige aspecten
Er kunnen ook andere aspecten van belang zijn, zoals archeologie, water en bodem.