Parkeerterreinen
Bij parkeerterreinen in de open lucht is de situatie vaak kritischer dan bij parkeergarages. In dat geval zal benzeen op leefniveau worden uitgestoten. In gebieden waar de achtergrondconcentratie voor benzeen hoog is kan dit er toe leiden dat bij de toegangsweg van het parkeerterrein overschrijding van de grenswaarde optreedt.
Op basis van een berekening met de NSL-Rekentool kan een inschatting gemaakt worden of het een kritische situatie betreft. Voor de toegangsweg van een parkeerterrein kan een berekening worden gedaan. Uitgaande van stagnerend verkeer in combinatie met een opgegeven aantal parkeerbewegingen dat gelijk is aan het aantal vervoersbewegingen. Zo wordt rekening gehouden met zowel het aankomen als het wegrijden van het verkeer. Als er met deze berekening een overschrijding van de grenswaarde geconstateerd wordt, dan is het een kritische situatie. Verder onderzoek is nodig.
Bij voldoende grote afstand van bron tot beoordelingspunt kan ook de puntbron benadering worden toegepast. Berekeningen kunt u dan uitvoeren met rekenmodellen die volgens het Nieuw Nationaal Model rekenen. Let wel goed op in stedelijke situaties. In stedelijke situaties is deze benadering minder geschikt omdat de gebouwinvloeden slechts beperkt meegenomen kunnen worden in deze modellen.
Voor de overige stoffen, anders dan NO2 , PM10 en benzeen, waarvoor luchtkwaliteitsnormen zijn opgenomen in titel 5.2 Wet milieubeheer, kan veelal worden aangenomen dat de concentraties van deze stoffen ruim onder de normen blijven. Een kwantitatieve onderbouwing is in die gevallen niet noodzakelijk. Dit kan op een kwalitatieve wijze onderbouwd worden. Zie ook de Handreiking rekenen aan luchtkwaliteit).