Realiseren/wijzigen geurbronnen
Wat moet?
Voor nieuwe situaties moet het bestemmingsplan voorzien in een goede juridische regeling. Tevens bevat het bestemmingsplan de motivatie van de haalbaarheid van de nieuwbouw en/ of uitbreiding van een bedrijf.
Om te komen tot een goede juridische regeling in het bestemmingsplan worden 3 stappen doorlopen:
- Het bepalen van de minimale afstand tussen het bedrijf en bestaande woningen, zodat sprake is van een goed woon- en leefklimaat.
- Het vastleggen van de afstand in de juridische regeling (verbeelding en regels).
- Een verantwoording van stap 1 en stap 2 in de plantoelichting.
Stap 1: vaststellen afstand:
VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering'
Bij het mogelijk maken van een nieuw bedrijf kan op basis van de VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering' op hoofdlijnen bepaald worden welke afstand in acht genomen moet worden tot gevoelige functies. Deze VNG-publicatie bevat richtafstanden per bedrijfstype ten opzichte van woningen. Voor de richtafstand van deze uitgave geldt dat sprake is van een richtlijn, waar gemotiveerd van kan worden afgeweken. Voor het bestemmingsplan betekent dit dat wanneer meer specifieke informatie bekend is, dat deze specifieke informatie voorgaat.
Handleiding geur en het Activiteitenbesluit
Bij een nieuw bedrijf, dat nog niet beschikt over een omgevingsvergunning voor vergunningplichtige inrichtingen, kan bij het vaststellen van de minimale afstand gebruik worden gemaakt van de pagina 'bepalen aanvaardbaar hinderniveau' uit de handleiding geur. Deze pagina geeft een toelichting op de hindersystematiek voor geur. Deze hindersystematiek staat nu in artikel 2.7a van het Activiteitenbesluit. Dit artikel geeft de mogelijkheid om aanvullende eisen te stellen in een maatwerkbesluit. Hierbij bepaalt het bevoegd gezag wat aanvaardbaar is. Het Activiteitenbesluit geeft in artikel 2.7a lid 3 aan welke aspecten het bevoegd gezag bij deze afweging meeneemt. De handleiding geur geeft een toelichting op de geurvoorschriften uit het Activiteitenbesluit.
Bij een nieuw bedrijf dat nog niet beschikt over een omgevingsvergunning is het daarom raadzaam om contact op te nemen met de geurspecialist van het bevoegd gezag. De geurspecialist kan aangeven wat het aanvaardbaar hinderniveau is. Ook kan de geurspecialist aangeven welke vaste afstanden of welke uitgangsgegevens voor het berekenen van contouren aangehouden moeten worden voor een goed woon en leefklimaat. In het kader van ruimtelijke ordening kan mogelijk een afweging voor het bepalen van het aanvaardbaar hinderniveau anders uit pakken. Door specifiek onderzoek kan in het bestemmingsplan gemotiveerd worden afgeweken. Meer informatie staat hierover staat ook op de pagina 'ruimtelijke ordening' van de handleiding geur.
Onderzoek uitvoeren
Voor de de afstanden die zijn opgenomen in ‘Bedrijven en milieuzonering' geldt dat dit een richtlijn is. Hier kan gemotiveerd van worden afgeweken. De geurvoorschriften in het Activiteitenbesluit geven veel ruimte aan het bevoegd gezag om geureisen in een maatwerkbesluit vast te leggen. Het bevoegd gezag motiveert welke eisen nodig zijn voor het behalen van een aanvaardbaar hinderniveau. Deze motivatie kan bijvoorbeeld worden verkregen uit een eigen geuronderzoek. Zie ook de NTA 9065: meten en rekenen geur voor kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden.
Omgevingsvergunning / maatwerkbesluit voor vergunningplichtige inrichtingen
Bij de uitbreiding van een bestaand en vergund bedrijf of de nieuwbouw van een vergunningsplichtig bedrijf is de omgevingsvergunning of maatwerkbesluit medebepalend voor het vaststellen van de minimale afstand. In de omgevingsvergunning of maatwerkbesluit is de vergunde milieuruimte van het bedrijf vastgelegd. Als het bedrijf wil uitbreiden, zal ook de omgevingsvergunning of maatwerkbesluit aangepast moeten worden door het verlenen van een veranderings- of revisievergunning. Voor de nieuwe situatie kan deze omgevingsvergunning of maatwerkbesluit worden gebruikt om de minimale afstand te bepalen tussen het bedrijf na uitbreiding en de geurgevoelige objecten. Let op dat voor de uitbreiding, die een nieuwe situatie is, strengere eisen nodig kunnen zijn dan voor een bestaande situatie. Het is daarom nodig om niet alleen te kijken naar de vergunde contour, maar ook naar hoe die tot stand is gekomen: hoeveel hinder is te verwachten bij de vergunde contour? Vinden we zoveel hinder ook aanvaardbaar in een (planologisch) nieuwe situatie?
Activiteiten in het Activiteitenbesluit
Als een bestaand bedrijf dat wil uitbreiden of een nieuw bedrijf dat zich wil vestigen valt onder een activiteit uit hoofdstuk 3, 4 of 5 van het Activiteitenbesluit valt, kan dat alleen als het bedrijf voldoet aan de eisen van het Activiteitenbesluit (inclusief de hierin opgenomen afstanden). In sommige gevallen is het mogelijk om met een maatwerkvoorschrift aanvullende eisen te stellen aan een bedrijf, waardoor de minimale afstand tot gevoelige functies geborgd kan worden.
Stap 2: juridische regeling bestemmingsplan
Nadat de minimale afstand tussen het bedrijf en de woningen is vastgesteld, volgt stap 2: het vastleggen van de minimale afstand in het bestemmingsplan tussen het geurveroorzakend bedrijf en geurgevoelige objecten. Het geurveroorzakende bedrijf zal over het algemeen een bedrijfsbestemming krijgen. In het bestemmingsplan bevinden zich geen geurgevoelige objecten binnen de geurcontour van het bedrijf.
Stap 3: toelichting bestemmingsplan
De toelichting van het bestemmingsplan bevat een paragraaf over geur. Hierin staan de twee bovengenoemde stappen beschreven. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 3.1.6 Bro. In dit artikel staat een verwijzing naar artikel 3.2 Algemene wet bestuursrecht. Hierin is geregeld dat het gemeentebestuur bij haar besluitvorming de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen vergaart.
Indien de gemeente zelf beleid heeft geformuleerd, bijvoorbeeld via een gemeentelijke verordening, dan dient in de toelichting van het bestemmingsplan worden aangegeven dat de ontwikkelingen passen binnen dit gemeentelijk beleidskader.
Wat kan?
Fysieke ruimte bedrijf vastleggen
Het bestemmingsplan kan de fysieke ruimte vastleggen die een bedrijf krijgt. Er zijn grofweg twee manieren waarop het bedrijf bestemd kan worden.
De eerste is het opnemen van een ruime en globale bestemming. Het bedrijf krijgt dan een groot en ruim bouwvlak. Dit is handig om te doen als het wenselijk is om het bedrijf in de toekomst uitbreidingsruimte te geven. Hiermee is overigens nog geen ‘vergunde milieuruimte' aan het bedrijf toegekend. Het geuraspect wordt geregeld via het Activiteitenbesluit. Aanvullende geurvoorschriften kunnen staan in een maatwerkbesluit of omgevingsvergunning.
De tweede manier van bestemmen is het opnemen van een ‘smalle' maatbestemming. Hiermee is het bedrijf ruimtelijk begrensd. Bij uitbreiding zal dan weer sprake zijn van een nieuwe planologische situatie. In dit kader worden dan opnieuw de geschetste stappen doorlopen.
Categorie bedrijven regelen
Voor wat betreft de gebruiksmogelijkheden kan in het bestemmingsplan worden geregeld welke categorieën bedrijven zijn toegestaan. Bedrijven kunnen worden ingedeeld in categorieën op basis van de mate van milieubelasting (systematiek VNG-Handreiking Bedrijven en milieuzonering). Zo kan het bestemmingsplan bijvoorbeeld bedrijven toelaten behorend tot maximaal categorie 4. Dit zijn bedrijven die gemiddeld op een afstand van minimaal 300 meter van woningen dienen te blijven. Het bestemmingsplan bevat dan een Lijst van bedrijfsactiviteiten waarin een opsomming is opgenomen van bedrijven die behoren tot categorie 1 tot en met 4. Ook bij de lijst van bedrijfsactiviteiten gaat het om richtafstanden waar gemotiveerd van kan worden afgeweken. Via deze lijst van bedrijfsactiviteiten kan het bestemmingsplan het aspect geurhinder in enige mate regelen. Stel dat er een probleem is met geurhinder, dan kunnen bedrijven met een sterk geuraspect worden uitgesloten van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten. Op deze manier kan maatwerk worden geleverd met betrekking tot welke bedrijven toelaatbaar zijn. De Lijst van Bedrijfsactiviteiten is specifiek opgesteld per bestemmingsplan.
Ontheffingsmogelijkheden
Via een ontheffingsmogelijkheid kunnen bedrijven worden toegelaten die weliswaar niet zijn opgenomen in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, maar die qua milieubelasting vergelijkbaar zijn met bedrijven die wel zijn toegelaten op basis van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten.
Onderzoek in het kader van vergunningverlening of een maatwerkvoorschrift op grond van het Activiteitenbesluit zijn specifieker dan de afstanden uit de VNG-brochure en kunnen reden zijn om van de afstanden die vermeld staan in de VNG-brochure af te wijken.
Geurcontour
In het bestemmingsplan kan eventueel een geurcontour worden opgenomen en bepaald dat binnen deze geurcontour geen woningen gebouwd mogen worden. Het bestemmingsplan regelt niet de vergunde milieuruimte van een inrichting, maar wel welke - fysieke - ruimte voor welke doeleinden wordt gebruikt. In het SVBP is hiervoor de gebiedsaanduiding ‘milieuzone- geurzone' opgenomen. Het is verstandig hierbij ook een wijzigingsbevoegdheid op te nemen om de geurcontour te kunnen wijzigen als dit nodig is voor de bedrijfsvoering (ruimer) of als de contour door veranderingen in het bedrijf kleiner is geworden (zie wijzigingsmogelijkheden onder 4.1 [LINK]).
Wat kan niet?
Het bestemmingsplan kan niet de milieubelasting van een bedrijf regelen anders dan via de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, waarbij categorieën van bedrijven toegestaan zijn. Het bestemmingsplan kan niet regelen welke milieumaatregelen een bedrijf moet nemen om te zorgen voor een goed woon- en leefklimaat. Het bestemmingsplan stelt geen regels aan de bedrijfsvoering van de inrichting. Dit is geregeld via het Activiteitenbesluit met mogelijk aanvullende geurvoorschriften in een maatwerkbesluit of omgevingsvergunning.