Inleiding Trillingen
Bij het aspect trillingen gaat het in de afweging meestal om bescherming tegen trillingshinder door personen. Er kan ook sprake zijn van verstoring van activiteiten door trillingen (bijvoorbeeld laboratoria of computercentra).
Trillingen ontstaan doordat een bron (bijvoorbeeld een machine), eventueel via een gebouw, een kracht uitoefent op de bodem. Net als bij geluid kunnen trillingen in relatie met trillingshinder beschreven worden in het volgende model:
Bron -----> Overdracht -----> Ontvanger
Anders dan bij geluid vindt de overdracht niet plaats via de lucht (gasvormig medium), maar via vaste materie (bodem, vloeren, wanden en dergelijke). Weg- of railverkeer en industriële activiteiten kunnen trillingen in de bodem veroorzaken. De trilling verspreidt zich verder via de bodem. Hoewel de sterkte afneemt naarmate de afstand tot de bron groter wordt, kan de trilling ergens anders hinder of zelfs schade opleveren.
Weg- en railverkeer
Verkeer over een oneffen wegdek veroorzaakt trillingen. De aard van deze trilling is afhankelijk van:
- het type voertuig en de belading
- de rijsnelheid
- de vorm van de oneffenheden
Als een voertuig over een oneffen wegdek rijdt, wordt de weg als het ware voor korte tijd vervormd. Daarna keert het terug in haar bestaande vorm. Bij het passeren van vooral zware voertuigen (vrachtwagens, bussen) kunnen trillingen ontstaan met een kortdurend karakter. In het verkeer kan een verkeersdrempel zorgen voor extra trillingen. Ook bij het treinverkeer is de snelheid een belangrijke factor bij het ontstaan van trillingen. Daarnaast zijn de eigenschappen van de trein (onder andere belading) en de interactie van de trein met de ondergrond van belang bij het ontstaan en doorgeven van trillingen naar de omgeving (de bodem). Het onderzoeksgebied van trillingen bij (spoor)wegen ligt vrijwel altijd binnen een afstand van ongeveer 100 meter vanaf de bron.
Industrie
Onder de noemer industriële activiteiten valt een variëteit van trillingsbronnen met allerlei zeer verschillende trillingskenmerken:
- stansmachines
- draaiende motoren (met een bepaalde onbalans)
- heftrucks, of ander rijdend materieel op een oneffen ondergrond
- storten van zware materialen op vloeren of bodems