Gebiedsgericht bodembeheer
Op basis van artikel 6a Besluit Uitvoering Chw kunnen burgemeester en wethouders van de gemeenten Utrecht, Tilburg, Eindhoven en Zwolle voor bepaalde gebieden voor gebiedsgericht bodembeheer of grondwaterbeheer besluiten tot afwijking van een aantal artikelen van de Wet bodembescherming.
Toepasselijke gebieden
Het gaat om de volgende gebieden:
- Stationsgebied Utrecht zoals aangegeven op de kaart in bijlage 7
- Gebiedsgericht grondwaterbeheer Tilburg zoals aangegeven op de kaart in bijlage 23
- het plangebied Spoorzone in de gemeente Eindhoven zoals aangegeven op de kaart in bijlage 14
- de uitvoering van de 'Visie op de ondergrond' van de gemeente Zwolle zoals aangegeven op de kaart in bijlage 15.
Afwijking regels
Burgemeester en wethouders kunnen voor de duur van ten hoogste 15 jaar besluiten tot afwijking van de volgende artikelen van de Wet bodembescherming
- art. 1 Wet bodembescherming
- artikelen 13 en 27 Wet bodembescherming voor zover de bodem is of wordt verontreinigd of aangetast door één of meerdere bemalingen die voor bouw-, sloop- of onderzoekswerkzaamheden worden uitgevoerd of die het gevolg zijn van de onttrekking of infiltratie van grondwater door één of meerdere warmte koude opslagsystemen
- artikelen 28, 29, 37, 38, 39, tweede lid, 39b, 40, 42 en 88 Wet bodembescherming
Overzicht wijzigingen
- In het Besluit Uitvoering Chw, tweede tranche, is de regeling van artikel 6a reeds opgenomen.
- In de vierde tranche is het Gebiedsgericht grondwaterbeheer Tilburg als zodanig opgenomen.
- In de vijfde tranche is het plangebied Spoorzone in de gemeente Eindhoven als zodanig opgenomen.
Achtergrondinformatie
De afwijkingsmogelijkheid op de Wet bodembescherming biedt meer mogelijkheden voor het omgaan met lokale bodemverontreinigingen die worden aangetroffen tijdens de ontwikkeling van deze gebieden. Voorts is voor deze projecten uitstel van de inwerkingtreding van besluiten tot na de beroepstermijn alsmede de automatische schorsende werking van een verzoek om voorlopige voorziening op grond van artikel 20.3, lid 1 Wm buiten toepassing verklaard. Deze besluiten treden daarom op grond van de Awb in werking na bekendmaking.