Miniwindturbines op bedrijventerreinen
In artikel 3 Besluit Uitvoering Chw is het voor zogenoemde miniwindturbines op bedrijventerreinen mogelijk gemaakt om af te wijken van de Wabo (verbod op bouwen zonder omgevingsvergunning) en van het Activiteitenbesluit (o.a. geluidsnormering). Deze miniwindturbine heeft een rotordiameter van 2 tot 5 m en een rotoroppervlak van ten hoogste 20 m2.
Toepasselijke gebieden
Het innovatieve experiment is in deze fase beperkt tot de door de gemeente aangewezen bedrijventerreinen in de gemeenten (artikel 3, lid 1 Besluit uitvoering Chw):
- Amersfoort
- Houten
- Leusden
- Nieuwegein
- Nijmegen
- Utrecht
- Woerden
Afwijking regels
- Het verbod in artikel 2.1, lid 1 Wabo geldt voor de duur van tien jaar niet voor het bouwen van een mini windturbine.
- Voor een periode van 10 jaar zijn de regels uit paragraaf 3.2.3 Activiteitenbesluit (o.a. geluidsnormering) niet van toepassing mits de inrichting geen inrichting type B is op basis van artikel 1.2 Activiteitenbesluit. Er wordt in artikel 3, lid 5 Besluit uitvoering Chw overigens wel een norm 47 db Lden op de dichtbijzijnde gevel van een geluidsgevoelige bestemming gelegd.
Overzicht wijzigingen
- In het Besluit Uitvoering Chw, eerste tranche, is de regeling van artikel 3 reeds opgenomen.
- In de tweede tranche is de gemeente Leusden in de bepaling opgenomen. Verder is de bepaling dat het bouwen van miniwindurbines bouwvergunningvrij is, aangepast aan de inwerkingtreding van de Wabo.
- In de derde tranche is de gemeente Nijmegen in de bepaling opgenomen.
Achtergrondinformatie
Het doel is om voor mini windturbines vast te stellen of tijdens de experimentfase:
- zonder een door een op rijks- of provinciaal niveau vastgesteld wettelijk toetsingskader voor bouw, ruimtelijke ordening en milieu voor de plaatsing van miniwindturbines, de belangen die de genoemde wetten beogen te beschermen, niet op onaanvaardbare wijze worden aangetast
- de regeling overigens een bijdrage levert aan innovatieve ontwikkelingen ter zake van miniwindturbines, zij bijdraagt aan het bestrijden van de economische crisis en aan de vergroting van het draagvlak voor, en de groei van, kleinschalige opwekking van duurzame energie