Procedure Structuurvisie
In een structuurvisie moet worden aangegeven hoe burgers en maatschappelijke organisaties zijn betrokken bij de voorbereiding van de structuurvisie. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro) zijn verder geen eisen opgenomen over de procedure van een structuurvisie. Bij verordening kunnen gemeenten vastleggen hoe zij hiermee om willen gaan.
Vaak is bijvoorbeeld in de inspraakverordening aangegeven dat een gemeente inspraak wil voeren over structuurvisies. Ook is het gebruikelijk de structuurvisie voor te leggen aan diverse vooroverlegpartners, zoals ministeries, provincies, omliggende gemeenten en lokale partners. Afhankelijk van de structuurvisie kan bekeken worden welke partijen relevant zijn.
Let op: wanneer bij een structuurvisie een milieurapport (MER) vereist is, dan gelden er extra procedurele regels uit hoofdstuk 7 Wet milieubeheer. Zie hiervoor Tabel Vergelijking procedure voor vaststelling structuurvisie zonder en met mer-plicht op de webpagina Structuurvisie en mer.